Pascal-en-Janneke-round-the-globe.reismee.nl

Back home ...


Dit is wat we wilden, toen wij een jaar geleden besloten om onze lang gekoesterde droom in vervulling te laten gaan. Na vier maanden samen de wereld rond kunnen we zeggen

'we lived our dream'

Aan dezeonvergetelijke periode is een einde gekomen. We zijn weer thuis. Bedankt voor al jullie mooie en lieve reacties en berichtjes; ook daar hebben wij enorm van genoten.
Na 4 maanden 'round-the-globe' is onze overtuiging ...


Liefs,
Pascal & Janneke
Gennep, 19 maart 2011

De wonderen van de woestijn, Salta en Buenos Aires!

Vanuit het Zuiden in Chili zijn we naar het Noorden gevlogen. Van de groene wandelgebieden naar de droogte van de woestijn. Vanuit San Pedro de Atacama met de bus via één van de mooiste routes zijn we naar de koloniale stad Salta door gereisd . Daar hebben we het vliegtuig naar de wereldstad Buenos Aires genomen. De één-na-laatste bestemming van onze 'round-the-globe'reis. Aan onze droomreis komt een einde....

San Pedro de Atacama (Noord-Chili), 2 t/m 6 maart 2011
Tijdens de vlucht van Santiago naar Calama werden we getrakteerd op één van de mooiste zonsondergangen ooit. De lucht kleurde op een bijzondere manier van felgeel naar vuurrood, dat was ongekend. En vanuit een vliegtuig was het prachtig om te zien. In Calama stond de eigenaar van ons hostel op ons te wachten. Het was donker waardoor we helaas niet veel van het andere landschap zagen dan we gewend waren in het Zuiden van Chili.
De volgende dag zagen we in wat voor een apart plaatsje we beland waren. Door het hele dorp onverharde stoffige straten, allemaal lage stenen huisjes in een roodachtige of witte kleur. Meer variatie in kleur is er in feite niet. Het kan het best vergeleken worden met een dorpje in het Wilde Westen dat je vast kent van de western films. Heel wat anders dan het groene, vochtige en bergachtige gebied in het Zuiden waar we de afgelopen weken geweest waren. Zo, op naar één van de vele touragenten om de omgeving relaxed te ontdekken. Nadat we de tours geboekt hadden voor de volgende dagen we hebben in de heerlijke tuin van ons hostel Eden Atacameno) gezeten. Onze eerste tour begon pas om 16.00 uur die middag; het bezoek aan de Maanvallei (Valle de la Luna). Na een kleine vertraging gaan we op weg en we genieten volop van de wonderen van de woestijn. De rotsformaties, kloven, grotten, diverse tinten rode aardetinten en bijzonder creaties van kristalafzettingen maken de trip onvergetelijk. Het hoogtepunt moet de zonsondergang worden. De woestijnvallei gloeide prachtig, maar daarbij viel de eigenlijke zonsondergang enigszins in het niets. Het gaf een speciaal gevoel om daar boven op een heuvel te zitten met uitzicht over de hele vallei, die snel van kleur veranderde door de ondergaande zon.....

Tatio Geysers, 4 maart 2011
De volgende dag moesten we wel heel erg vroeg op (3:30) om op tijd te zijn voor de zonsopgang bij de Tatío Geysers. We gingen niet met Cactus tour maar met Grado Diez (tourorganisatie). Deze trip gingen we dus met ' 'n graadje of 10' en dat blijkt het niet eens te zijn op 4230 meter hoogte in de woestijn. Later dan verwacht werden we door de aardige gids Leo opgepikt. De twee uur durende rit in het pikkedonker gaat over een hobbelweg bergop in een stoere of-the-road truck. Aangekomen bij het geiserveld is het drukte van belang. Veel auto's, minibusjes, iets grotere busjes en onze gele truck dus. Al bibberend van de kou baant een ieder zich een weg door de kou richting de borrelende en stomende geisers. Een mooi gezicht, al moeten we bekennen dat we niet 'flabbergasted' zijn van het geheel. Leuk, maar meer ook niet. Na een tijdje gaan we naar een andere plek waar nog meer geisers zijn en vooral een hotspring waar in gebaad kan worden. Gezien het nog altijd erg vroege tijdstip en de bijbehorende kou op deze hoogte, laten we dit lekker aan ons voorbijgaan. We grinniken om de kreunende en piepende 'helden' die wel de duik wagen, vooral als ze het behaaglijke water uitkomen en in de striemende kou staan de kleumen. Haha, be our guest! Ondertussen heeft Leo een heerlijk ontbijtje klaargemaakt van pannenkoeken en warme broodjes ham/kaas. Die gaan er wel in! De groep is trouwens een leuk gezelschap van vooral Spaanstalige jongeren. Al met al een gezellige boel. Samen met een Belg en een Francaise lijken we de enige Europeanen. Op de weg terug stoppen we nog bij een klein dorpje, waar de kerk de hoofdattractie is. Samen met het eten van Lamavlees, verteld onze gids.
Over lama's gesproken, rijdend door een adembenemend decor zien we plotseling een kudde lama's tegen de berghelling genieten van het sappige gras wat hier groeit. Witte, bruine, zwarte en bonte. Fantastisch, vooral in combinatie met de kleuren van de berghelling en de strakblauwe lucht. Hoogtepunt van de dag? We vervolgen de weg naar San Pedro de Atacama en stoppen helaas niet bij een vallei waar veel grote cactussen groeien. We worden afgezet aan de rand van het dorp en wandelen maar even direct door het geinige dorpje. Het blijft fascinerend hoe San Pedro de Atacama haar karakter weet te behouden, ondanks de hordes toeristen die hier naartoe komen.

Saltar de Atacama en de lagunes, donderdag 5 maart
De woensdag maken we ons op voor de derde en tevens laatste trip: Saltar de Atacama en de Laguna's. Om 6 uur 's morgens staan we weer klaar. Ja hoor, het is nog steeds vakantie. Dit keer weer met Cactus tours en wederom is Pablo is onze gids. Heel anders dan de dag ervoor lijkt het wel of we met de 'Zonnebloem' op het jaarlijkse uitje gaan. We zitten met voornamelijk gepensioneerde Fransen in de bus en een Israelisch gezin met drie (kleine) kinderen die het in de bus zitten na een half uur al aardig moe zijn. We rijden in het donker richting de zoutvlakte waar drie soorten flamingo's zich tegoed doen aan een soort van kleine garnaaltjes die leven in de laguna's (meertjes) die de Saltar de Atacama rijk is. We waren mooi op tijd, want toen we aankwamen waren er behoorlijk veel Flamingo's druk in de weer in het ondiepe water. Her en der vlogen ze alléén of in groepjes over ons heen. Enkele konden we zelfs op enkele meters naderen. Wauw, een prachtige ervaring in een wel erg bijzondere omgeving van vulkanen en de enorme zoutvlakte.
Na het bezoek aan de flamingo's gaan we bergop richting twee hooggelegen laguna's. De laguna's zijn mooi om te zien maar er zijn maar weinig vogels te spotten. Op de terugweg stoppen we nog in een klein plaatsje waar niet zo heel veel te zien is. Het lijkt erop of onze gids daar een commissie krijgt want hij probeert iedereen toch wel heel erg te overtuigen om een ijs of iets anders te kopen!! Voor ons was het hoogtepunt die dag het zien van de flamingo's. We hadden daar wel een uur eerder willen aankomen en kunnen gaan zitten en kijken, kijken en genieten.
Rond 15.00 uur waren we terug en hadden we nog voldoende tijd om in de tuin van ons hostel te zitten. Wat een fijne plek.

Salta, 7 - 9 maart 2011
Via één van de mooiste routes die we ooit gereden hebben zijn we van San Pedro de Atacama (Chili) naar Salta (Argentinië) gereden. De weg van San Pedro de Atacama (Chili) dwars door de Andes naar Salta (Argentinië) was een aaneenschakeling van schitterende uitzichten. We weten nu waar de 'pasteltinten' vandaan komen. Waanzinnig! Ook de enorme en vele cactussen, de meeste méters hoog, zijn prachtig om te zien. Op zo'n manier gaat een rit van zo'n 11 uurtjes razendsnel voorbij. Ook reden we dwars door Salinas Grande ('n een enorme zoutvlakte waar ook zout gewonnen wordt) aan de Argentijnse kant van de route. De spierwitte en natte vlakte, met hier en daar een hoopje zout waren een extra attractie op deze fantastische route.
We hadden trouwens wel meteen een vertraging te pakken toen we 's ochtends vertrokken vanuit San Pedro de Atacama. Eén van de (vele Franse) medepassagiers van onze bus had problemen met haar reisdocumenten, waardoor de hele bus anderhalf uur stilstond bij het douanekantoortje.Het heeft zeker een half uur langer geduurd omdat zij deze problemen had. Gelukkig hadden we bij de Argentijnse douane meer mazzel, want we hoefden onze tassen niet door de scan te laten gaan, wat een bus voor ons van een andere maatschappij wel moest. Argentina here we come (again)! Toen we Salta naderden begon het te regenen. Op zich niet zo'n probleem als je in de bus zit. Voor een aftandse bak die een tijdje voor ons reed was dit echter wel lastig....de ruitenwissers werkten niet. Maar de inventieve Argentijnen zijn niet voor één gat gevangen; hup raampje open, paraplu naar buiten (!) tijdens het rijden met een vaartje van 90km/u en vegen maar om het zicht enigszins te verbeteren. Geweldig, zulke momenten maak je eigenlijk alleen mee in continenten als Zuid-Amerika, Azië en Afrika.

In Salta wilden we niet zo heel veel. Het stadje bekijken en naar het M.A.A.M. museum. Helaas bleek dat op maandag gesloten en het was... maandag. Dan maar dinsdagochtend voordat we het vliegtuig naar Buenos Aires nemen. Salta is een mooie stad met veel koloniale gebouwen, veel leuke winkeltjes en een leuke straat (Balcarce) waar leuke barretjes en cafeetjes zijn. 's Middags zijn we naar het uitzichtspunt op Cerro San Bernardo gewandeld. Heel veel trappen omhoog en dan werde je beloond met een mooi uitzicht over Salta. Overdag hadden we 's maandags gelukkig droog weer maar 's avonds begon het te regenen. We waren goed nat toen we terug kwamen in het hotel.
's Ochtends bleek dat het de hele nacht behoorlijk had geregend. In het deel waar wij onze kamer hadden, was ook de stroom uitgevallen dus we hadden geen elektriciteit die ochtend. Voordat we naar Buenos Aires zouden vliegen wilden we naar het M.A.A.M. museum. Helaas bleek dit ook op dinsdagochtend gesloten ivm carnaval. Dit museum hadden we heel graag willen bezoeken omdat er drie kinderlijkjes van een bepaalde stam te bezichtigen zijn. Ze hebben jarenlang hoog in de koude bergen gelegen waardoor ze goed intact zijn gebleven (ze waren gemummificeerd). Jammer dat we het museum niet in kunnen.

In Buenos Aires staat de beloofde chauffeur Norberto ons al op te wachten. We hebben een prachtige slaapplek (06 Soho Suites) in Palermo. Palermo is een mooie en zeer gezellige wijk.

Woensdag 9 maart
Woensdag hebben we de bus naar La Boca genomen. Het was een busrit van bijna een uur. Dan realiseer je en voel je dat BA een mega-stad is. La Boca is de wijk waar het voetbalstadion La Bombonera zich bevindt. Het is wel de wijk die niet helemaal veilig is maar Priscilla had aangegeven waar we wel en waar we niet mochten komen. Dit stond ook zo in de Lonely Planet aangegeven, dus we blijven aan één kant van de wijk!
Waar de bus stopte (bij het water waar het heel erg stonk) zijn we richting caminito gelopen. Dit zijn drie kleurrijke straatjes waar het zwart ziet van de toeristen. Dit is het bekende stukje en overdag kun je er prima wandelen. Het is heel klein dus je hebt het ook snel gezien. Daarna zijn we door gelopen richting het stadion. Het stadion bevindt zich midden in een woonwijk en het is echt een groot stadion als je het ziet liggen, geel/blauw gekleurd.
Vanaf La Boca zijn we naar San Telmo gewandeld. Een wijk in BA die bekend staat om de oude historische gebouwen en de vele antiekzaakjes die er zijn. Leuke wijk om door heen te wandelen. Het was al half vijf geweest toen we de bus terug namen naar Palermo. De rit duurde nog iets langer dan vanochtend want het was hartstikke druk op de weg. Erg warm in de bus ook dus we waren blij om uit te stappen. 's Avonds zijn we voordat we gingen eten nog even door de winkelstraatjes in Palermo gewandeld. Leuke winkeltjes met grappige spullen. Een aanrader is 'Reva', een restaurantje twee blokken van onze slaapplek vandaan. We hebben er overheerlijke vis gegeten.

Donderdag 10 maart
Onze tweede dag Buenos Aires begonnen we niet met de bus maar met de metro. De metro gaat vele malen sneller. Je moet wel goed op je spullen passen maar een gewaarschuwd mens telt voor twee. Toch let je nog extra op maar het echte duwen en dringen hebben wij gelukkig niet mee gemaakt. Het was wel erg druk maar niet vervelend.
We zijn tot het eindpunt van de metro gegaan en zijn onze wandeling bij San Martín plein begonnen, maar eerst via één van de bekendere winkelstraten, Florida, gewandeld. De wandelroute was leuk maar we liepen ook veel via de grote winkelstraten. Een aangezien wij niet echt van die shoppers zijn had de route voor ons wel iets anders mogen zijn. De grote prachtige gebouwen blijven mooi en zeker de bekende gebouwen zoals het congrescentrum, de theaters, en de obelisk zijn zeker het bezichtigen waard. De route eindigde bij La Plaza de Mayo waar de dwaze moeders iedere donderdag om 15.30 uur een protest houden. De dwaze moeders hebben in de jaren '70 hun kinderen verloren. Ze zijn simpelweg van de straat geplukt en vermoord en gewoon verdwenen. Een verschrikkelijke zwarte plek in de geschiedenis van Argentinië. We hebben de dwaze moeders gezien omdat het donderdag was. Op het plein stond een standje en om half vier was het protest. Wij kwamen teruglopen via San Telmo tegen vier uur en hebben nog een klein groepje gezien. Dat je dat iedere week nog kan opbrengen.... Maar het is verschrikkelijk als er zoiets met je kind(eren) gebeurd is.

En gisteravond de voetbalwedstrijd. In principe kan dit niet ontbreken bij een bezoek aan het voetbalgekke Buenos Aires. We werden om 18.30 uur door Paola opgehaald. Paola, een Boca Juniors-fan in hart en nieren. Ze had voor de veiligheid haar twee tattoo's op haar rug/nek afgedekt en ook de armbandjes in de geel/blauwe kleur van Boca werden zorgvuldig weggewerkt. Ze ging 'neutraal' met ons naar de voetbalwedstrijd tussen Club Atletico Independiente uit Buenos Aires tegen Godoy Cruz uit Mendoza. Samen met twee Engelsen die in Australië werken, werden we in een schoolbusje naar het stadion gebracht. We moesten wel lachen toen we de wit/oranje-gekleurde bus zagen. Met een bus 'escolar' naar het stadion. Net alsof we undercover naar het stadion worden begeleid. Haha. De wedstrijd betrof de tweede ronde van de Copa Libertadores, zeg maar de Zuid-Amerikaanse Champions League. Om lekker in de stemming in te komen, werden we uitgenodigs voor pizza met bier, voordat we te voet richting het stadion van Independiente gingen. Het stadion is nog gedeeltelijk in aanbouw en ligt prachtig midden in een volkswijk. Pal naast een ander gigantisch stadion van Racing Club, de aartsrivaal van Independiente uiteraard. Zo gaat dat nu eenmaal in voetbalgekke steden, waar ook ter wereld. Toen we stadion naderden hoorden we al luid gezang en getrommel van de 'harde kern' van de Independiente fans. We krijgen steeds meer zin in dit avondje Argentijnse passie. In het stadion wordt de ene vlag na de andere en vele spandoeken opgehangen en gespannen. Het schijnt echt een serieuze aangelegenheid te zijn, want zicht of geen zicht op het veld, ze blijven hangen! We hebben een plekje in hetzelfde vak als de fanatieke aanhang van de thuisclub. Heerlijke sfeer. Zeker als er al snel 1-0 op het bord staat. De betonnen tribune waar we op staan (hier kan het nog; staanplaatsen), schud op en neer. Wat een enthousiasme. Helaas voor het thuispubliek scoort de tegenstander een aantal doelpunten 'uit het niets' en verliest Independiente met maar liefst 1-3. Aiai, dat doet pijn. We hebben ook in heel korte tijd meer Spaanse scheldwoorden gehoord, dan de 5-6 weken dat we in Zuid-Amerika zijn! En hoe vaak moeders (madre) er wel niet bijgehaald wordt.... Één man achter ons kon z'n emoties nauwelijks te baas en bleef maar schreeuwen. Wat een Latijnse passie voor zijn club. Erg mooi om van zo dichtbij mee te maken. Wat ook opviel was het grote aantal kleine kinderen in het stadion. Uiteraard geen aandacht voor de wedstrijd, maar spelend en zelf voetballend met een klein balletje. Pa en ma hebben er geen omkijken naar en kunnen zelf 'ontspannen' van het voetbal genieten. Net als wij gedaan hebben!!

Vandaag is ons laatste dagje in Buenos Aires. Een heerlijke stad waar wij het goed naar onze zin hebben. Morgen vliegen we naar Abramo in Sao Paulo (Brazilië). We kijken er naar uit om hem en zijn familie weer te zien. Ook gaan we nog een paar dagen naar het strand in Ubatuba. Onder het genot van een caipirina zullen we de afgelopen vier maanden nog eens de revue laten passeren voordat we het vliegtuig instappen naar 'ons thuis'. We weten nu al dat we afscheid nemen van deze onvergetelijke reis met een lach en een traan!

Veel liefs,
Pascal & Janneke

Kilometers maken in het overweldigende Patagonië

21 februari 2011, wandeling: Fitz Roy (25 kilometer)
Op 21 februari zijn we per bus van El Calafate naar El Chaltén gegaan. De rit verliep erg soepel en we waren al op tijd daar. Bij een uitzichtpunt net voor de stad stopte de bus en mochten we er uit om een foto te maken. Zeker de moeite want de berg Fitz Roy lag helemaal vrij; geen wolkje die om de berg hing. Wat een geluk! Toen we bij het bezoekerscentrum van het nationale park aankwamen stopte de bus weer. Iedereen 'moest'' uitstappen en we kregen daar algemene informatie over de wandelingen en dat we het park schoon moesten achterlaten. Er worden hier (nog) geen entreegelden gevraagd, maar dat kunnen ze alleen maar handhaven als iedereen de natuur en de regels van het park respecteert. We moeten ook zeggen dat we nergens maar dan ook nergens één papiertje hebben zien liggen dus het gaat tot nu toe goed. Aangekomen bij ons hostel hebben we snel een broodje gekocht, water erbij en we zijn begonnen aan de wandeling richting Fitz Roy. Je weet namelijk nooit wat de dagen erna het weer zal doen dus we moesten van het mooie weer genieten. De wandeling ging door verschillende vegetaties. Aan de ene kant zie je de vallei, je ziet de bergen voor je, je loopt af en toe een stuk door het bus heen en natuurlijk het zicht op de Fitz Roy. De zon stond hoog aan de hemel; lekker warm dus om te wandelen maar we hadden heel slim korte broek aan. Lekker hoor. Jammer genoeg was er een wolk om de Fitz Roy gaan liggen en het leek er op dat er steeds meer wolken rondom de prachtige bergpartij zou gaan liggen. Het laatste stuk was een enorm zware klim van een uur. Echt alleen maar omhoog en dan ook nog over losliggende steentjes. Je moest goed kijken waar je je voeten neer zet want anders zette je één stap omhoog en je gleed er weer drie terug (we spreken uit ervaring!). Verbazingwekkend hoeveel 'oudere' mensen toch nog omhoog klimmen, vinden wij. Knap hoor, petje af. We waren blij dat we boven waren. Fitz Roy was inderdaad bedekt met een dikke pak wolken maar de zon liet zich af en toe zien. Vanaf het hoogste punt keek je beneden naar het meer dat onderaan de berg van Fitz Roy ligt en als de zon er op scheen dan was de keur van het meer turquoise-blauw. Prachtig! Zeker de moeite waard om deze pittige klim van een uur te maken. We hebben boven op de berg even uitgerust en zijn daarna aan de afdaling van 4 uur begonnen. Een heerlijke eerste wandeldag in dit prachtige nationale park.

El Chaltén, 22 februari 2011, wandeling Loma del Pliegue Tumbado (24 kilometer)+ wandeling naar uitzichtspunt Los Condores
De tweede wandeldag in Los Glaciares was het weer enigszins omgeslagen. Dikke grijze wolken dreigden hoog aan de hemel maar we hebben onze regenjassen en - broeken maar in de tas gedaan en zijn vol goede moed vertrokken aan wederom een lange en redelijk pittige wandeling. Vanaf het eindpunt zouden we uitzicht hebben op zowel het Fitzroy als het Cerro Torre gebergte. De wandeling begon bij het bezoekerscentrum. We hebben nog even het weer gecheckt voordat we vertrokken. Misschien wat regen voorspelt maar dat weet je nooit zeker in dit gebied. Het kan op ieder moment omslaan. De wandeling blijkt een prachtige wandeling. Wederom door de mooie natuur van het park maar weer heel anders dan de dag ervoor. Wat meer open vlaktes waardoor je inderdaad mooi zicht hebt op alles om je heen. Ook grote stukken door het dichte bos. Je kon heel mooi uitkijken op het grote meer (lake Argentino) en ook zag je het dorpje El Chaltén van bovenaf. Wel was de hele heenweg omhoog, omhoog, omhoog. Onze beenspieren hebben goed moeten werken. En dat ruim 3 uur..... Op sommige punten even zitten om bij te komen en even wat te drinken. Pfoeh.
Bij het laatste stuk kom je uit het bos en dan is het een pittige klim omhoog over een droge vlakte waar geen bomen groeiden. Het begon een beetje te druppen maar niet noemenswaardig. Het eindpunt was wederom schitterend. Beneden ons in het dal lag het meer aan de voet van de Cerro Torre (laguna Torre genaamd). Niet zo mooi blauw maar een beetje melkachtig kleurtje dat wel. De punten van Cerro Torre konden we een beetje zien door de wolken en Fitz Roy lag bedekt in een dikke pak wolken. Ondanks dat de uitzichten niet zo subliem waren als waarschijnlijk het geval zal zijn bij een heldere dag hebben we genoten van de wandeling zelf, de omgeving waar we doorheen gewandeld zijn (ook al was het stijl omhoog de heenweg!) en de uitzichten op de valleien, de bergen, het meer en later ook richting de bergtoppen. Wauw wat is dit park mooi. De terugweg was volledig naar beneden wandelen. Geen klimwerk maar afdalen. Prima wandelen. We kwamen tegen half vijf op het eindpunt aan en zijn toen vanaf daar richting het uitzichtspunt Los Condóres geklommen. Ja je leest het goed geklommen. Weer een stijle klim omhoog van 30-45 minuten.... Hadden we nog niet genoeg geklommen? Blijkbaar niet, haha. Vanaf bovenaf kun je de condor goed zien als die daar rondcirkelt. De condor hadden we graag willen zien, maar helaas, geen geluk voor ons die dag. Mooie afsluiter van de dag om vanaf dat punt over het dorpje El Chaltén heen te kijken. Even zitten en genieten.

El Chaltén 23 februari 2011, wandeling: laguna Cerro Torre (22 kilometer)
's Ochtends wat vroeger op dan de dag ervoor op gestaan. 's Avonds om 18.30 uur zou namelijk onze bus vertrekken richting El Calafate en we wilden nog heel graag een wandeling maken die dag. De wandeling zou redelijk vlak zijn en dat leek ons wel een prima wandeling voor deze laatste dag. We hadden nu geluk met het weer. Er waren wolkjes aan de lucht maar er scheen vaak een zonnetje en waren veel blauwe luchten aan de hemel te verkennen. Wat een heerlijke dag weer. Het begin van de wandeling was zeker NIET vlak te noemen. Wederom klimmen. Ajajajaj onze bilspieren doen al pijn, moet dit nou? Ja als je iets wilt zien moet je echt eerst omhoog. Daarna was de route inderdaad redelijk vlak met af en toe een stijging van 20 minuutjes. De Cerro Torre zagen we al na 45 minuten liggen en de wolkjes die er nog waren gleden snel de goede kant op. Het uitzicht vanuit iedere hoek op het gebergte werd mooier en mooier hoe dichter we bij het eindpunt van de route kwamen. Veel door bos gewandeld en het leek er op of we de afdalende rivier volgden. Gelukkig een vlakkere route dan de dagen ervoor. Je merkte het ook aan het aantal wandelaars op deze route. Het was een stuk drukker dan de andere routes die we gewandeld hebben. De Fitz Roy en deze (Cerro Torre) route zijn ook de meest bekende. Ook zie je veel wandelaars met tenten lopen. Zij blijven overnachten in het park en zullen waarschijnlijk van plek naar plek wandelen. Het eindpunt van onze route was aan de voet van de berg aan het Laguna (meertje) Cerro Torre. De zon stond hoog aan de hemel en de schittering in het water was schitterend. De drie pieken op de achtergrond..... ja daar doe je het voor. Voor zo'n beeld wil je graag 3 uur wandelen. Toen wij aankwamen was het nog redelijk rustig maar het werd al sneller drukker.
In het dorpje aangekomen hebben we onszelf getrakteerd op de heerlijkste ijs die we tijdens deze hele reis gegeten hebben. Echt super lekker. Bedankt Lonely Planet, goede tip. De Calafate ijs, gemaakt van de vruchten van de Calafate struik was dé topper maar de andere smaken waren ook om je vingers bij op te eten. Dat hadden we wel verdiend na drie dagen wandelen. 's Avonds met de bus terug naar El Calafate.

Donderdag 24 februari 2011, El Calafate, Big Ice trek
We werden rond 7 uur 's ochtends opgehaald. In totaal een groep van 28 personen. Allemaal redelijk jong nog. We zagen ook in het foldertje dat je de big ice trek alleen maar mag doen als je tussen de 18 en 45 jaar bent. Wat? Pascal is net op tijd.... Grapje.
We reden naar het Nationale Park Los Glaciares - noordkant van het park. Als eerste reden we met de bus naar 'the balcony' van Perito Moreno. We kregen hier een uur om via een soort loopbruggen naar de verschillende uitzichtpunten van de Perito Moreno gletsjer te wandelen. We hoorden het ijs echt kraken. Dat is een geluid dat niet te omschrijven is en het gaat echt door je hele lijf heen. Wat helemaal gaaf was, is dat we een aantal stukken hebben zien afbreken. Als je ziet met wat voor een kracht die stukken massief ijs in het water terecht komen. Wauw. Een uur was echt te kort; ook hier hadden wij wel een dag kunnen zitten en naar de krakende geluiden van het verschuiven van het ijs te luisteren en naar de gletsjer zelf te kijken. Toen we aankwamen stond de zon alleen op het achterste gedeelte maar de zon kwam langzaam hoger en hoger te staan. Voordat we gingen was de volledige gletsjer in zon gehuld. Wauw, dankjewel weergod(in) voor dit prachtige weer.
De gidsen die deze dag bij ons waren zeiden dat het zo'n 15 dagen per jaar (ja per jaar, dus 15 dagen per 365 dagen) zo'n mooi weer is als deze dag. YES, YES, YES!!!!
Na het bezoek aan the balcony zijn we naar een bootje gegaan. Met het bootje werden we naar het beginpunt gebracht waar onze ice trek zou starten. We liepen eerst een uur langs de rand van het ijsmassief op naar boven (via het bos). Lekker klimmen (haha) om zo hoog mogelijk te komen waar we echt het ijs op zouden gaan. Bovenaan gekomen kregen we onze cramples (ijsschoenen) aangemeten en konden we het ijs op. Wat raar met van die pikkers onder je schoenen over het ijsmassief te lopen. Het ijs vooraan was redelijk bruin en er lagen best wel wat stenen op het ijs. Toen we wat verder het ijs op kwamen was het echt een sprookje. Wit, wit, wit, blauwe lucht, de zon die schijnt en dan wij die op dat ijs rondlopen. Dit is niet waar? We moesten elkaar echt even knijpen om te realiseren dat we echt op het ijs stonden. En de blauwe kleuren van de combinatie van het ijs, de zon en de dieptes. Zo te gek. We waren ook erg nieuwsgierig hoe het op de foto's zou overkomen. Door het felle licht konden we niets zien van de foto's die we maakten. Op het ijs waaide het trouwens behoorlijk. We waren blij met ons windjack en onze regenbroek. Een zonnebril tegen het felle licht en Pascal een muts tegen de zon. Janneke had een doek ipv een muts en dat was 's avonds ook te zien aan haar rode kleur op het gezicht. Ze kreeg er zelfs opmerkingen over toen ze de bus in stapte en toen we bij het hostel terugkwamen. Niet verbrand dat het pijn doet gelukkig.
We hebben al heel veel mooie lunchplekken gehad deze vakantie maar de lunchplek op het ijs staat ergens bovenaan in onze top tien. Wauw. Het is onbeschrijfelijk! Een onwerkelijke ervaring die we (weer) niet gaan vergeten. Het is zo moeilijk om ons uit te drukken na zoveel superdingen gedaan en beleefd te hebben. We weten gewoon soms niet meer hoe we het op moeten schrijven zodat het ook echt overkomt. Maar we kunnen hier heel kort over zijn: dit was een TOPDAG! Op de boot terug langs de gletsjer kregen we allemaal een wodka met ijs (we noemden het een stukje Perito Moreno.
We hebben deze dag tijdens een heerlijke boterzachte lomo met een flesje vino tinto nog een keertje de revue laten passeren. Natuurlijk komen dan ook heel veel andere hoogtepunten van deze reis naar boven. We hebben de dag dus heerlijk afgesloten bij El Cachuron (aanrader... wat was dat biefje zacht!).

Vanuit El Calafate in Argentinië zijn we per bus naar Puerto Natales in Chili gereisd. Een lange rit, maar dat kwam vooral door de behoorlijk bureaucratische en tijdrovende grensformaliteiten van Argentinië naar Chili.

Zondag 27 februari - wandeldag 1 (Antares Patagonia) - Torres del Paine
's Ochtends om 08.00 uur werden we opgehaald door Don Carlos (later door ons 'onze Don Carlos genaamd') onze chauffeur en Tadeo (onze gids, afgekort Tad). We reden naar de ingang van het park. Onderweg stopten we bij een groep guanaco's die wel heel erg dichtbij de weg stonden. Gaaf! Ze waren ook totaal niet schuw en bleven mooi staan. Mooie plaatjes dus. Ook bij een groepje Rhea's (Nandu - een emoe-achtige vogel, oftewel struisvogelsoort) werd gestopt.
Bij het Laguna Amarga stopten we. De schittering van de Torres en de omringende bergen in het water was op die plek uniek. We hadden geluk want er kwam een zonnetje tevoorschijn waardoor de schittering in het water nog mooier was.
We reden door naar onze refugio (Refugio Torre Central). We hebben onze spullen in de kast gezet en zijn direct begonnen aan de wandeling richting Torres del Paine. Het eerste stuk was direct omhoog, omhoog, omhoog. Meteen onze beenspieren testen maar we wisten eigenlijk al dat die nog wel functioneerden. Maar ja als je de Torres wilt zien, en ook onze belofte aan Noes en Dré na te komen, dan moet je toch ook echt dit eerste stuk wandelen. De uitzichten die we achter ons lieten waren erg mooi. Je kijkt uit (als je omkeek) over de vallei en hoe hoger je kwam hoe meer je van de vele meertjes te zien kreeg. Na de lunch ging de wandeling door een bosrijk gebied, dit duurde ongeveer 1,5 uur. De uitzichten waren niet wijds omdat je door het bos liep. Ons viel meteen op dat Torres del Paine National Park een stuk 'ruwer' is dan Los Glaciares National Park. Echt twee verschillende parken. Na het bosrijke stuk dat up & down, up & down was kwamen we bij een open vlakte. Daar stond een bordje met de tekst 'Torres 45 minutos'. Ok dit wordt een pittige klim en dat kunnen we beamen. Inmiddels had de regende het en hadden we ook onze regenbroek aangetrokken. Daar gingen we, op naar 'los Torrres'! Het was een pittige klim veel over de losse stenen en rotsen. Veel mensen hadden het zwaar, vooral degene met de nordic walking stokken. Na een uurtje klimmen kwamen we op het eindpunt. De torens waren half in de wolken maar ondanks de harde wind, de wolken om de torens waren we kei blij dat we tot hier zijn gegaan. Onderaan de voet van de Torres ligt een gletsjer (Glaciar Torres genaamd) en een meertje. Een erg aardige meneer wilde wat foto's van ons maken en daar nam hij ook rustig de tijd voor. Hij joeg nog iemand weg die in het beeld van onze foto stond en hij gaf niets om de regen en de wind die om hem heen waaide. Maria (onze wandelgenote uit Australië) liep iets langzamen en we spraken af dat we bij de plek waar we geluncht hadden zouden wachten. Dé juiste plek bleek toen er ineens een bekend gezicht met een smile van oor tot oor voor de raam verscheen: JECCA! Nee, dit geloven we niet. Een hartelijk ontvangst van beide kanten met een kus en een dikke omhelzing. Oh wat waren we blij dat we haar daar zagen. De terugweg naar beneden ging vanaf dat punt zeer soepel. Het weer was weer veranderd en we konden het laatste stuk naar beneden toe in de zon lopen met een prachtig uitzicht op de meren en het groen om ons heen. Beneden aangekomen moesten we nog een half uur wandelen richting onze slaapplek. Helaas dat stuk wel in behoorlijke pittige regen. De regenbroek en regenjas doen goed dienst! Na het avondeten zijn we nog even bij de kachel gaan zitten. Even de dag doornemen en daarna snel onder de wol.

Maandag 28 februari - wandeldag 2 - Waterval Salto Grande, boottocht over Lake Pehoe - wandeling Lago Grey (Glaciar Grey)
De tweede wandeldag begon pas om 10.00 uur. We gingen richting de boot om het Pehoe lake over te steken. Onderweg stopten we bij een waterval. Mooie waterval met behoorlijk wat kracht. Helaas regende het en ook toen we op de boot zaten, die enorm volgepakt was met mensen, bleef het regenen. Bij de volgende Refugio aangekomen (Paine Grande genaamd) hebben we onze spullen op onze kamer gelegd en zijn we in de sociale ruimte gaan zitten om onze lunch op te eten.
We begonnen pas aan onze wandeling om half twee. Dit kwam omdat we de ferry om 12 uur hadden. Achteraf bleek dit de juiste keuze omdat het in de middag droog werd!
Het eerste uur was het nat. Regenspullen aan en wandelen. We liepen via een vallei (Valley of the Wind - genaamd). Een heel mooi stuk door het groen. Na een uur in de regen klaarde het snel op. Het zicht vanaf de diverse uitzichtpunten op Glaciar Grey was ook erg mooi. Het pad was up & down, up & down langs het meer (Lago Grey). Echt een hele mooie wandeling en we genoten dan ook van de prachtige blikken. We hadden niet alleen geluk dat het droog werd maar we werden ook nog eens beloond met de zon die aan het einde van de middag tevoorschijn kwam. Wat gaaf was, was dat op het uitzichtpunt we met bewolking op het meer en boven de gletsjer begonnen maar na 5 minuten werden de wolken weg gewaaid. Hier hebben we letterlijk met ons hoofd in de wolken gezeten. Als je zag hoe snel dit op kwam zetten en hoe snel dit ook weer verdween. Bijzonder om mee te maken. De zon schitterend op het water, op de vele ijsbrokken die van de gletsjer afgebroken waren en in het water rond zwemmen, de steeds veranderende blik op de gletsjer zelf zullen we niet snel meer vergeten. Wat een geluk hadden we. Als we 's ochtends waren begonnen dan hadden we de volledige route in de regen afgelegd inclusief een hele dikke pak grijze bewolking. Het heeft zo moeten zijn dat we pas om 10 uur gestart zijn die dag.
Vanaf de eerste lookout was het up & down via de rand van het meer met af en toe een blik op de gletsjer. Het eindpunt was een punt op een rots waardoor we voor ons op de gletsjer konden kijken. Wauw. Prachtig eindpunt en de wandeling zeker de moeite waard. Aangezien we laat gestart waren die dag konden we geen uren op dit mooie punt blijven en moesten we weer rechts omkeert maken. Wij (Pascal en Janneke) kwamen om 20.45 uur terug bij de Refugio. We waren nog net op tijd. Het eten smaakte voortreffelijk na zo'n dag wandelen. Na het eten hebben we gedoucht en wij hebben zijn nog even bij de kachel gekropen. Heerlijk na een dag wandelen.

Dinsdag 1 maart 2011 - wandeldag 3 - wandeling Valle del Francés (French Valley)
Na het ontbijt zijn we al om 08.30 uur aangelopen. We hadden een pittige dag voor de boeg en we moesten om uiterlijk 18.00 uur terug zijn om de boot terug over het Lake Pehoe te halen.
De wandeling door de French Valley (genaamd naar een Franse expeditie die de berg - Cumbre Principal - wilde beklimmen maar na verschillende keren proberen is het uiteindelijk nooit gelukt. Ze hebben daar lang gezeten en vandaar hebben ze het de French Valley genoemd) begon door een groen gebied. Heel eerlijk vonden wij het niet zo superdesuper bijzonder na al het andere moois wat we hadden gezien. Na zo'n twee uur wandelen kwamen we op het eerste rustpunt aan, campamento Italiano. Een camping in het bos. Er lag een mooie brug bij. De meeste bruggen mag je maar met twee man tegelijk oversteken; zo ook deze. Echt van die lekkere wiebelhangbruggen met hard stromend water eronder. Vanaf dit punt zouden we een uur gaan klimmen over losliggende rotsen. Nou dat was dus ook echt zo. Het vervelendste stuk in de drie dagen wandelen was dat uur na de eerste stop. Na dat uur werd je wel beloond met een prachtig uitzichtpunt. WAUW. Je had hier uitzicht op de vele pieken van de bergen en een prachtige gletsjer. Echt heel erg mooi. De chocoladerepen en het fruit werd uit de tas gehaald om energie op te doen. Toen Maria op dat punt boven kwam gaf ze meteen aan dat ze niet meer verder zou wandelen ivm de tijd (we moesten om 18.00 bij de boot klaar staan). Dat was voor haar de juiste beslissing want het komende 1.15 uur was een behoorlijk pittige klim. Het was een mooie route door het bos, maar langs de rand van een naar beneden klotsende rivier en we moesten ook nog behoorlijk gemeen omhoog kimmen op bepaalde punten. De uitzichten op de open plekken op de bergen waardoor we werden omringd was echt het mooiste wat we de afgelopen drie dagen hadden gezien. Tenminste dat vonden wij. Op het lagere punt waar we heel mooi uitzicht hadden werd de camera voor de dag gehaald want..... zon stond aan de hemel en de blauwe lucht met witte wolken erachter. WAUW, YES , YES.
We snapten ook dat het de valley genoemd wordt. Een bijzonder gevoel gaf het om daar te staan zeg. De laatste klim van een half uur was echt pittig. Toen we op het hoogste punt aankwamen, waar het uitzicht super was, waren we echt doodmoe! Tad heeft een 360 graden rondje foto's van ons gemaakt. Gaaf. Daarna zijn we aan onze terugreis begonnen. Het laatste uur was met wat gemopper. dagen was het genoeg en we waren dan ook blij dat we terug waren op de plek waar we op de boot zouden stappen. Om kwart voor vijf waren we terug. Ruim op tijd. De boot vertrok om 18.30 uur en de boottocht was nu vele malen mooier en veel rustiger dan de heenreis. De zon scheen op de bergen en we konden nog mooie foto's maken. 'Onze' Don Carlos stond al bij het eindpunt te wachten en na ruim 1,5 uur via een mooie route maar op een onverharde weg kwamen we om 20.30 uur aan in Puerto Natales. We hebben nog samen gegeten en daarna hebben we afscheid genomen van Tad en Maria.
Afscheid van Patagonië; een heerlijk gebied om te zijn en we hebben er enorm genoten.

En nu beginnen we aan het laatste stuk van onze droomreis. We vliegen van het Zuiden van Chili helemaal naar het Noorden, naar San Pedro de Atacama. Vanaf daar zakken we af via Salta (Argentinië) om onze reis in Buenos Aires af te sluiten.

Groetjes,
Pascal & Janneke
2 maart 2011

Het ruige en uitgestrekte Patagonië

Chili en Argentinië
Na Paaseiland zijn we vertrokken naar Santiago. Inmiddels hebben we al regelmatig de grens van Chili naar Argentinië en van Argentinië naar Chili gepasseerd. We hebben ontzettend veel gezien, gedaan en meegemaakt. Patagonië is zo divers; iedere hoek van dit gebied heeft z'n eigen karakter. Ook Patagonië heeft ons hart gestolen.

Péninsula de Valdés was een mooie plek om te zijn en is een uniek stukje Patagonië.Vuurland hebben we (helaas) ook al weer achter ons gelaten. Een onvergetelijke plek waar we hopen nog één keer in ons leven terug te komen. We zijn warm gemaakt om per boot richting Antarctica te gaan. Ooit een keer in de toekomst komen we er terug. Dat voelen we gewoon!

Santiago
In Santiago werden we vriendelijk welkom geheten bij El Patio Suizo. Een prettig hostel met een fijne patio onder druivenstruiken met dikke trosse (helaas nog niet rijpe) druiven en een hangmat die het helemaal compleet maakte. In Santiago hebben we niet zo veel gedaan. We hebben een stadswandeling gemaakt nadat we eerst onze bustickets geregeld hadden om richting Puerto Varas te gaan; een dag bussen vanaf Santiago. Dat was op 8 februari. Het was inderdaad een lange busrit. Onderweg nog pech met de bus gehad. De airco koelde niet maar verwarmde juist. Kun je je dat voorstellen? Een bus vol met mensen, de zon hoog aan de hemel en dan koelt de airco niet maar die verwarmt juist. In Temuco moesten we dus ook de bus gaan ruilen. Hierdoor verloren we zeker een uur en het gevolg was dat we om 22.59 uur aan kwamen rijden op het busstation in Puerto Montt. De laatste bus naar Puerto Varas zou om 23.00 uur vertrekken. Dat was even stressen. Het leek er op dat we deze gemist hadden. Baal, baal, maar.... We hadden geluk. Om 23.01 uur vertrok deze bus naar Puerto Varas en twee breed glimlachende Hollanders zaten er ook in: Pascal & Janneke.

Puerto Varas, woensdag 9 februari
's Ochtends toen we wakker werden zagen we de zon al hoog aan de hemel staan. Wat een geweldig mooi weer. We sliepen 1 minuut lopen van het meer af. Het zicht over het meer was erg mooi. 's Ochtends zijn we even door het dorpje gelopen. Het voelt een beetje aan als een vakantiedorpje in Oostenrijk of Zwitserland aan een prachtig meer met uitzicht op de bergen. Wij hadden uitzicht op de vulkaan Osorno.
's Middags gingen we 'canyoningen'; en dit was GAAF!!! Canyoning is een watersport. Je krijgt een wetsuit aan met bescherming, goede schoentjes/sokken en dan ga je met dat pak door waterversnellingen en spring je van bepaalde hoogtes af.
In totaal gingen we met 7 man: Pascal en Janneke de Holanda, Joanna uit Zwitserland, een stel uit Zwitserland (Timo en Ramona), Bernadette of zoiets uit Duitsland en een Spaanssprekende jongen en niet te vergeten onze twee gidsen Andrés en Matthias. Twee jonge leuke gasten die nog steeds enthousiast zijn en dit ook echt uitstralen. Wij eerst met z'n allen in een bus, beetje heet een uurtje rijden. Aangekomen op de plek moesten we ons omkleden en de wetsuits aantrekken. Met de wetsuits aan nog lekker 25 minuten wandelen naar het beginpunt. Lachen natuurlijk. Iedereen lekker verhit, mooie helm op je hoofd en zo'n lekker strakke wetsuit aan. Canyoning is echt gaaf. Je verlegt (tenminste Janneke) ook weer grenzen. Even kijken, toch best eng vinden en dan..... gaan. In het begin was het natuurlijk rustig zodat Andrés en Matthias konden kijken wie wat aan kon en durfde. Het was gewoon kicken om van bepaalde hoogtes af te gaan. Heel gaaf was toen we ons achteruit naar beneden moesten laten vallen. Helluppie.... En dan met een big smile uit het water komen. Yes. De laatste sprong was het hoogste. Een uitzicht over het gebied en dan jezelf naar beneden laten vallen in het water. Kicken echt waar. De groep was ook hartstikke leuk dus we hebben super veel lol gehad met z'n allen. Na de laatste sprong dachten we dat we de hoogtepunten wel hadden gehad maar dat was toch niet waar. We gingen als laatste namelijk abseilen, een meter naast de waterval abseilen. En dat punt was mooi. Best eng hoor om daar jezelf vast te klikken met 0 komma nul ervaring en dan jezelf naar beneden hijsen. Gaaf, gaaf. Je zag het groen (aanslag van mos en plantjes/struikjes) achter en naast de waterval en daar hang je dan en je laat jezelf in de snelheid die je zelf wilt naar beneden zakken. Het laatste stuk mochten we los laten en liet Matthias je verder naar beneden zakken. Kortom dit was een supermiddag met een leuke groep mensen. 's Avonds zijn we bij elkaar gekomen en hebben we rondom een vuur nog gezellig zitten babbelen en Andrés op de gitaar speelde muziek. Weer zo'n onvergetelijk moment.

Boot/buscombinatie van Puerto Varas naar Bariloche, donderdag 10 februari
Deze boot/buscombinatie trip hadden we al in Nederland geboekt. We werden 's ochtends om 08.15 uur opgehaald vanaf het casino. Het valt ons trouwens op dat er in iedere plaats een groot casino is. Mensen zijn hier blijkbaar dol op gokken. Buiten was het weer heel anders dan gisteren. Het was mistig. We hadden een beetje de pé in want we hadden eigenlijk wel op open views gehoopt op de boot over het merengebied. Dit is waarom je zo'n boot- / buscombinatie boekt natuurlijk. Anders hadden we een 6 uur durende bustrip naar Bariloche kunnen nemen. In de bus stelde de gids ons direct gerust. Het was een mooie dag en dit was heel normaal in Puerto Varas. De meeste ochtenden waren namelijk zoals deze. We hadden de dag ervoor dus geluk gehad want toen was het behoorlijk helder in de ochtend en toen stond de zon direct hoog aan de hemel te pronken.
Het eerst stuk was per bus, waarna we al snel een catamaran op gingen. Het wegvaren vanuit de haven was prachtig. De blikken op de Osorno en de Puntiagudo vulkaan veranderden met de minuut. Adembenemend. Deze rit van Petrohué naar Peulla duurde zo'n twee uur. De boot was (voor ons te toeristisch) volgepakt. Wij haalden de gemiddelde leeftijd op de boot behoorlijk naar beneden en Pascal misstond niet met zijn grijze haar tussen de rest van de passagiers (laat je fantasie verder maar de vrije loop). In Peulla gingen we van de boot en hadden we een pauze van 2,5 uur; voor ons te lang. Na een half uur konden wij wel weer verder, maar ja er moet natuurlijk uitgebreid geluncht worden tijdens zo'n dagje uit. Het klinkt wat negatief maar de value for money was voor ons niet in balans. Na de lunch gingen we de grens over. Dit verliep allemaal soepel zowel aan de Chileense als de Argentijnse kant. Vanaf daar een mooie rit door het bos om uiteindelijk weer op de boot te stappen op het meer van Puerto Frias. De boottocht ging naar Puerto Alegre. Weer prachtige uitzichten. De boottripjes vonden we toch echt wel het leukst. Dit was een rustigere boot. Blijkbaar kun je hier kiezen: dit stukje per bus of boot afleggen. We hadden het gevoel dat de 'package deals' allemaal voor de bus gaan. Daarna een belachelijk stukje met de bus (10 minuten) en het laatste stuk met de boot over het Lake Nahuel Huapi van Puerto Blest naar Puerto Panuelo. We hadden echt super mooi weer dus we genoten heerlijk op het dek van de zon. We mochten nog op de redelijk volle banken aansluiten tussen twee gezinnen in. Leuk contact met één van de jongetjes. Hij probeerde Engels te spreken en wij Spaans. Hihi. Met kinderen contact hebben is altijd leuk en dat gaat op een gemakkelijke manier. De moeder van het jongetje naast ons op het bankje op de laatste boot ging op een gegeven moment staan en hield een koekje omhoog.... En ja hoor na een paar keer proberen lukte het de meeuw om het koekje te pakken. En dat was natuurlijk aanleiding voor heel veel kinderen om met hun armen omhoog met een koekje in de hand de meeuwen te lokken. Leuk zeg al die vrolijke en lachende kinderen en helemaal dol enthousiast als het gelukt was dat de meeuw hun koekje te pakken had. Het laatste stuk was een uur per bus naar Bariloche. Dat was onze boot/bus combinatie. Voor de uitzichten op het meer absoluut de moeite waard maar we zouden dit niet aanbevelen van mensen die houden van actie en snelheid!

Bariloche, 11 februari 2011
In Bariloche hebben we niet zo veel gedaan. We hadden een fijne plek aan het meer (Hostel Patanuk) en we hebben 's middags dan ook lekker met onze voetjes in het koude water van het meer zitten genieten van het uitzicht en een boekje gelezen. Om 18.00 uur vertrokken we met de nachtbus van Bariloche naar Puerto Madryn. Op naar Péninsula de Valdés. De nachtbus is ons 100% meegevallen. We hebben heerlijk geslapen in de luxe business class stoelen (zo voelde het voor ons, maar we spreken niet uit ervaring) en we kwamen 's ochtends uitgerust aan in Puerto Madryn. Die dag hebben we niet veel gedaan, ook omdat het 's middags heel hard begon te regenen. Jammer want we sliepen 10 seconden lopen van het strand. Maar goed, in 4 maanden tijd kan niet altijd de zon schijnen.

Zondag 13 februari, dagtrip naar Péninsula de Valdés
Onze gids was een redelijk popje (Valérie) en onze chauffeur Daniël leek op Hulk Hogan. Als eerste reden we naar Puerto Piramidés om daar nog twee mensen op te halen. De boottocht die normaal in de ochtend is als start van de dag kon niet doorgaan. Dit had de eigenaresse van ons hostel al voorspelt vanwege de harde wind. Wij wilden de boottocht ook niet doen dus we hoefden niet twee uur te wachten. We reden direct door naar Punta Norte. Dit is de plek waar de sea lions te bezichtigen zijn. Onderweg kwamen we behoorlijk veel Guanacos tegen - dit is een lamasoort maar het lijkt ook wel op een kleine kameel maar dan zonder bulten. Er werd af en toe gestopt maar we konden de ramen niet open en helaas mochten we ook niet uit het busje. Leuk zo'n foto's als fotoliefhebber vanachter de raam en dan ben je op een unieke plek in de wereld..... Toen we aankwamen bij Punta Norte werden we verrast door het zien van een armadillo. Dit is een soort gepantserd klein varkentje; moeilijk te omschrijven maar kijk maar naar de foto. We hadden totaal niet verwacht om dit diertje te gaan zien dus we waren helemaal door het dolle. En snel was dat beessie. Echt te gek. Hij scheurde met zijn neus over de grond wroetend zoekend naar eten van links naar rechts en stoorde zich aan niets of niemand. Echt geniaal.
We liepen door naar het uitzichtspunt van waaraf we vanaf een hoogte naar beneden konden kijken waar honderden zeeleeuwtjes lagen. Mannetjes, vrouwtjes en heel veel jonkies spelend in de kleine poeltjes vooraan in de zee. Het was eb dus een veilige plek om lekker te spelen. Echt zo gaaf om te zien. We stonden redelijk hoog maar je kon het schouwspel echt goed bekijken. De mannetjes waren indrukwekkend met hun dikke 'harige' pels. Nu snappen we ook waarom dit dier zeeleeuw het. Het lijkt inderdaad op de manen van een leeuw. We kregen hier ruim de tijd dus we hebben echt genoten. Aan het einde van het pad lag een megadier.... Wat's dat? Dat bleek een zee-olifant te zijn. Wow, die's groot. Wat een massa. Er zat alleen weinig beweging in. In het water zijn ze actief om te jagen naar voedsel maar op het land dan slapen ze.
Terug bij de bus hadden we weer geluk want de armadillo was nog steeds druk in de weer. Mooie afsluiter van Punta Norte.
We hadden gehoopt om op dit punt ook de orca te zien (de kans was hier het grootst) maar dan hadden we toch iets later moeten zijn. De kans is nu nog erg klein. In maart is de kans groter omdat de orca dan jaagt op de wat oudere zeeleeuwpups die de eerste pogingen om te zwemmen maken. Dit is voor de orca een gemakkelijke prooi vandaar dat die dan goed te zien is. Ze werpen zich soms zelfs op het strand om de pups te pakken. Oh dan heb je geluk als je dat mag meemaken. Het is enorm dubbel want de pups zijn echt schattig om te zien, maar dit is de circle of life!

Vanaf Punta Norte reden we langs de kust van Péninsula de Valdés richting Punta Contar. We stopten op een plek waar pinguïns te zien zouden zijn en vanaf dat punt had je ook een mooie blik op de kliffen van de oostkant van het eiland. We hadden geluk want er zaten inderdaad behoorlijk wat pinguïns. Ook heel dichtbij ons. Ze sukkelden heerlijk van boven naar beneden en er lagen er een aantal in het water, zwemmend en spelend aan de waterrand.
Bij Punta Contar konden we twee wandelingen maken. Eentje langs de kliffen op en eentje door het droge gebied kon je een rondje maken van een kilometer. Wij zijn eerst richting de kliffen gaan gelopen omdat we onze lunch toch bij ons hadden en we die ook als het nodig was in de bus konden eten. We zagen een aantal elephant seals aan de waterrand liggen maar jammer genoeg waren ze redelijk lui en bleven ze stil liggen. Toen we later aan die kant terugkwamen hadden we geluk want er waren er twee aan het 'vechten'. We hebben toch maar eerst even snel gegeten en hebben daarna de andere wandeling ook nog snel gedaan.
Op de terugweg hebben we nog een leuk gesprek gehad met een Frans stel. Zij hadden met de seals gesnorkeld..... oh zouden we dan toch ook??? We hebben er gisteren nog over nagedacht om de elephant seals te laten schieten de laatste dag en dan met de seals te gaan snorkelen. We hebben het toch maar niet omgezet. 's Avonds zijn we nog even naar het strand gewandeld. Er bleek een concert te zijn. Of we nu in bed gingen liggen en een poging doen om te slapen of we zouden op het strand gaan zitten dat maakte geen verschil..... het is een erg gehorig hostel en het concert was 50 meter verderop dus dan weet je het wel. Het concert bleek een Spaanstalige smartlappen avond. De toeschouwers waren ethousiast. Beetje meedraaien maar het echte Zuid Amerikaanse enthousiasme (temperament) ontbrak (vonden wij dan).

Maandag 14 februari (Valentijnsdag!!), dagtrip Rawson - boottrip naar de dolfijnen en Punta Tombo (pinguïnkolonie)

's Ochtends weer vroeg op. We werden opgehaald door Hugo en in totaal bestond de groep uit 9 personen. De sfeer in de groep was totaal anders dan de dag ervoor en iedereen zat gezellig te kletsen met elkaar. Iedereen heeft zo z'n eigen verhaal en 4 maanden is vaak niets vergeleken met anderen.

Als eerste reden we naar Rawson. Daar zouden we op de boot stappen. We kregen een lifevest aan en toen liepen we naar de 'grote rubberboot'. Via het haventje, waar we nog een paar seals zagen liggen (zeeleeuwen) inclusief een prachtig mannetje met volle manen. We moesten allemaal naar achteren gaan zitten toen we de zee op gingen zodat de boot wat harder kon varen. Op de boot alleen al was het leuk, met de grote klotsende golven mee. We hadden niet meteen geluk, het was zelfs zo spannend dat we de eerste 45 minuten alleen een paar zeeleeuwtjes zagen zwemen. Ja en daar kwam eigenlijk niemand voor in de boot. Op een gegeven moment zagen we twee 'grijze' dolfijntjes. Erg leuk om te zien. Ze waren snel en zwommen snel van de boot vandaan. Deze dolfijnen gaan blijkbaar niet graag met de boot mee zoals de andere dolfijnen (commerson's dolfijn) die we zochten wel zouden doen. Na een uur gevaren te hebben zagen we de eerste voor de boot langs wegschieten en deze werd al heel snel gevolgd door een tweede. Janneke zag de eerste twee niet..... Maar ze kwamen terug en we hebben dus 20 minuten of zo van het spektakel van dit prachtige dolfijntje mogen genieten. Het is een relatief klein dolfijntje van maximaal 1.40 mtr en zwart/wit gekleurd. Prachtig. Ze zijn superdesuper snel. Hugo - onze gids - had ons al gewaarschuwd als je kijkt waar iedereen roept om naar te kijken dan is die al drie keer weg als je ogen dat punt halen. Daar had hij dus ook gelijk in. Er was een tweede boot waar er twee vaak bij zwommen (in de punt van de boot). Wij konden dat heel erg goed zien, terwijl als je in de boot zelf zit je niet onder de punt kan kijken. Het was een superbelevenis om dit te zien. Helaas zat onze tijd er op - we zaten al langer dan normaal op de boot - en we moesten dan ook weer terug. We kregen nog een mooi cadeautje want toen we met behoorlijke snelheid terugvoeren naar de haven kwam er nog eentje langs ons zwemmen en die sprong omhoog naast onze boot. Net alsof hij afscheid wilde nemen. Wauw wat een mooi afscheid van dit prachtige dolfijntje in de blauwe zee bij Rawson. Weer iets om nooit meer te vergeten.

Aangekomen bij Punta Tombo ging er een kriebel door ons heen. We gaan honderden, nee duizenden pinguïns (Magellanic genaamd) zien. Hoe ziet dat er uit? We liepen via een goed gemarkeerd pad en de eerste zaten meteen in nestjes in de struiken en onder de struiken en in hun zelf gegraven holen langs het pad in de droge omgeving. Wat gaaf. Ze zaten rustig te zitten of eigenlijk te hijgen, schuilend voor de warmte van de zon die hoog aan de hemel stond. Het voordeel langs de kust is dat het er lekker waait dus het is wel warm maar door de wind is het draaglijk. Het is wel continu factor 30 smeren op je gezicht want je voelt de hitte je huid doen opwarmen.
Wat helemaal gaaf was, was dat we ook nog een groep guanaco's zagen staan. Yes, we konden ze nu echt goed bekijken. Dit hadden we natuurlijk nog niet zo gezien omdat we de dag ervoor de dieren alleen maar vanuit de auto met gesloten ramen konden zien. Yes, yes, yes. Wat een topdag. Punta Tombo is echt een 'must' als je in deze hoek bent. Het is een plek langs de kust waar de pinguïns hun nesten hebben. Wij waren er op het juiste moment van het jaar dat de meeste pinguïns zich op de plek bevinden want de kleintjes die aan het einde van het jaar geboren worden hebben het nest nog niet verlaten maar dit gaat wel in maart gebeuren en de pinguïns in de leeftijd van 1 t/m 5 jaar komen ieder jaar terug rond deze tijd om hun vacht te vervangen. Het grootst aantal pinguïns van het jaargetijde is dus nu. Kon niet beter.
Het uitzicht over de kustlijn was echt 'amazing' en overal langs het wandelpad waren nesten met pinguïns. Waar je ook keek waren pinguïns, echt niet normaal. Ze wandelden over het wandelpad van de ene naar de andere kant. Als bezoeker moet je ze voorrang geven. Natuurlijk geen probleem. Wauw wat konden we ze van dichtbij mooi bekijken. Echt genieten dit. We kregen er geen genoeg van. Bij de bruggetjes die er een aantal waren zaten honderden pinguïns af te koelen in de zon. Ze waren zo dichtbij. Echt te gek. Echt een kippenvel moment en een moment om elkaar even in de arm te knijpen om te realiseren dat we er echt doorheen wandelden en dat we dit moment echt beleven en ons niet in een mooie droom bevinden.
Vanaf het uitkijkpunt had je zicht op het strand. Daar zaten echt duizenden pinguïns bij elkaar. En daar was een pinguïndichtheid van 25 op een vierkante meter of zo, of nog meer?!?!? Te gek! Zwemmend in het water, spelend in het zand, wandelend over het strand of via de highway vanaf het strand richting hun 'huisje' aan de duinrand zoals wij het natuurgebied maar omgedoopt hebben. Wat is dit onwerkelijk zeg. Je gaat staan, je maakt een rondje om je eigen as en overal maar dan ook overal zijn pinguïns. Op het eindpunt van het wandelpad stond een bordje 'high density of nests'. Oh ja en wat was dan het eerste lange stuk? Dat was een pad van nest aan nest aan nest aan nest. Vanaf het eindpunt was de vlakte nog droger dan het beginstuk en je kon over een vlakte met allemaal pinguïnholen kijken. Het was een drukte van jewelste van alle pinguïns die thuis kwamen, thuis waren of aan het rondwandelen waren. Te gek deze plek. Wij hadden ons hier wel 24 uur kunnen vermaken maar aan alle mooie dingen komt een eind dus we moesten terug richting de bus om niet de anderen te laten wachten.
's Avonds met Gemma en Neil uit UK zitten kletsen. Zij doen een duikcursus in Puerto Madryn en reizen 6 maanden....

Dinsdag 15 februari 2011, Puerto Madryn - bezoek Punta Ninfas elephant seals
We waren de enige twee en hadden een private tour met een man die net iets ouder is dan Pascal, rond veertig schatten we. We moesten 1.20 uur rijden over een hobbelweg. Weer een behoorlijk afstand maar ok dat weten we inmiddels. Aardige man die al aangaf dat er niet een grote groep te zien was waarschijnlijk. Hij vertelde het e.e.a. en daardoor waren we al redelijk snel bij punta Ninfas. Eerst naar een prachtig uitkijkpunt over de kliffen. Onbeschrijfelijk mooi en ruw. Je moest echt van de rand afblijven want die zou zeker afbreken als je daar te dicht bij ging staan. En dan zou je echt een aantal meter naar beneden gestort zijn.... Je eindpunt zou dan wel een prachtig strand zijn maar of je dat dan nog meemaakt... waarschijnlijk niet.
Daarna reden we naar het punt waar we naar beneden zouden klimmen. Oej dat is stijl. Glijdend gingen we het eerste stukje naar beneden, ondanks goed schoeisel. Dit wordt nog niet zo gemakkelijk om hier naar beneden te komen. We snapten ook meteen waarom Punta Ninfas niet in grote getalen aangeboden wordt en waarom niet zo heel veel mensen dit doen. Via een touwtje moesten we het eerste stukje afleggen. Daarna was het echt glijden over losliggend zand en op hoop van zegen zette je je voet op een steen die ook nog vast zat. Dat was niet altijd het geval dus het eerste stuk was wel even spannend. Daarna ging het redelijk. Wel goed uitkijken. We waren blij op het strand aan te komen. De eerste elephant seals lagen spelend in het water. Verderop lagen er twee op de stenen niets te doen en iets verderop lag een groepje op het strand. In totaal lagen er zo'n vijftien. Het was echt gaaf om zo dichtbij deze diertjes te mogen komen. Wat we wel jammer vonden is dat er geen mannetjes waren. De mannetjes hebben namelijk een slurf waaraan ze ook hun naam te danken hebben. We zijn op het strand gaan zitten en hebben gekeken naar de elephant seals. Er was behoorlijk wat beweging en het gaafste was toen er twee gingen 'vechten'. Niet hard tegen hard maar ze maakten elkaar wel iets duidelijk. Daarna gingen ze het water in. Gaaf zeg. Zo dichtbij deze dieren komen dat zullen we niet vaak (oftewel nooit) meer meemaken. Ze komen ook maar op een paar plekken in de wereld voor dus dit was een unieke kans.
Veel foto's later en na voldoende tijd te hebben gekregen om ze rustig te bekijken en er van te kunnen genieten moesten we weer naar boven . De klim naar boven ging soepeler en veel sneller dan naar beneden. Om 14.15 uur waren we weer terug bij ons hostel. Het was een super gave trip. We hadden nog graag een middag de tijd gehad om ook nog met de seals te zwemmen maar helaas dat hebben we niet gedaan. Weer een leuke dag. Wat we wel missen aan de gidsen hier is een echte passie voor hun vak, voor de unieke natuur en dierenwereld waarin ze werken.Ze zijn allemaal vrij gematigd. Hugo was de meest spontane. Hij was gewoon een leuke, grappige en spontane vent.
De vlucht van Trelew naar Ushuhaia verliep soepel en de laatste 15 minuten waren echt te gek! We zagen het beagle kanaal onder ons, de bergen met nog enigszins besneeuwde toppen en dan de roodgekleurde lucht. Wat een mooi gebied en weer een heel ander stukje van Patagonië dan we tot nu toe gezien hebben. Hola Tierra del Fuego. Hier zijn we dan!
We werden erg hartelijk ontvangen bij de B&B in Ushuaia. We hebben een pizza besteld en we kregen er een glaasje wijn bij van het huis. De eigenaren hadden helaas wel een fout gemaakt met de boeking. We konden de laatste nacht niet blijven slapen maar dat werd direct opgelost en er werd een kamer geboekt bij de achterbuurvrouw. Prima als we maar een bed hebben om te slapen. Ushuaia is trouwens een stuk groter dan verwacht. Gewoon een grote stad met 60,000 inwoners. Behoorlijk dus, een leuke gezellige vakantieplaats vinden wij.

woensdag 16 februari 2011, dag National Parc Tierra del Fuego
Tijdens het ontbijt met twee Australische dames gekletst die net terug waren van Antarctica.... We zijn verkocht!
Frasco van Canal Fun haalde ons op en was onze gids voor die dag. We gingen wandelen en kanoën in het National Park Tierra del Fuego. In totaal waren we met 12 personen (voornamelijk Amerikanen,Canadezen en wij de enige Europeanen). Een jonge groep mensen; leuk.
We begonnen onze trekking bij het Espanada punt. Er stonden hordes mensen uit bussen die afkomstig waren van het cruise-ship dat in de haven van Ushuaia lag. Zij willen dan Vuurland bekijken in een tijdsbestek van 6 uur. Veel Amerikanen ..... gebruik je eigen fantasie voor het type dat daar dus voornamelijk rondliep. We hebben eerst een wandeling gemaakt van zo'n 2,5 - 3 uur. Na een uurtje wandelen stopten we al voor een tea-/coffeebreak inclusief zelf gebakken muffin. Het nationale park is echt fantastisch. Wat we vanuit de lucht de avond ervoor al hadden gezien werd door het wandelen door het park bevestigd. De uitzichten waren subliem. We hadden ook geluk met het weer. Beetje bewolking, af en toe zonnetje (en dan had je het ook meteen warm). Een mooie wandeling al was het absoluut niet zwaar. We hadden wel een graadje hoger gekund. We liepen via de waterrand en door het bos. Een aantal mooie vogels gezien, o.a. een kleine roofvogel die niet zo heel veel gespot wordt. Hij was redelijk tam en we konden ‘m dan ook goed zien zitten. Frasco vertelde heel erg veel over de geschiedenis, de inheemse bevolking maar ook over de diverse planten, bomen en dieren (vogels) die we zagen. Dat maakt zo'n wandeling nog beter. Zo'n gids hadden we ook wel gemist in de regio van Puerto Madryn. We hebben dus ook veel nieuwe dingen gehoord. Aan het einde van de wandeling reden we een klein stukje met de bus richting een camping. Daar stond een tent en de tafels voor de lunch waren al gedekt. Een heerlijke lunch. Kaasjes, worst, olijfjes, chips, stokbroodjes en een glaasje wijn. Die hakte er natuurlijk goed in. Daarna kregen we ook nog een lekker gebakken kipje van de grill met salade.
Na de lunch zijn we naar de kano's gewandeld. We gingen twee keer groepje van vier en eentje van vijf. Wij zaten samen met een Amerikaanse meid en een Australisiche en de gids. Wij mochten voorin de kano. Het was een leuke kanotocht met mooie uitzichten vanaf het water op het nationale park. De vier uit New York waren de grappemakers, maar dan nog wel leuk. Ze bleven vragen naar een fles wijn. En toen we een bruggetje passeerden stond daar onze chauffeur met.... Een fles rode wijn. Geweldig. Wat hebben we gelachen. We hebben echt schik gehad. Het water was ook redelijk rustig dus je kon ook lekker dollen.
Het eindpunt was het einde van het nationale park. Natuurlijk een foto maken bij het bord en er waren er zelfs een paar die in het beagle-kanaal een duik wilden nemen. Nou zij liever dan wij!

's Avonds zijn we uit gaan eten bij Kaupé. Echt een super restaurant. Wat hebben we daar lekker gegeten zeg. Het uitzicht vanuit het raam was mooi. We keken uit over het stadje en de haven van Ushuaia. De lucht was erg mooi en er stond een volle maan te pronken hoog aan de hemel. We bestelden als voorgerechtje Scallops (coquilles) en als hoofdgerecht de King Crab. Die moet je hier gewoon eten vonden wij. Een flesje rode wijn bij besteld (combi van Merlot en Shiraz)..... smullen! Gisteren kregen we te horen dat Kaupé bij de betere restaurants van Argentinië hoort. Nou en dat kunnen wij be-amen. Wat hebben we heerlijk gegeten.Een speciale avond.

Donderdag 17 & vrijdag 18 februari 2011, Gable Island
Onze gids voor deze trip was Valentine. Er zaten al een aantal mensen in de bus en we moesten er nog een paar ophalen. De groep bestond uit Duitsers (jonge meiden), Amerikanen, Engels meid Jecca - zij heeft ook op het eiland geslapen net zoals wij, Braziliaan, Zweed en Spanjaarden.
Het was zo'n 90 kilometer rijden. Best wel een eindje voornamelijk omdat het grootste deel van de weg onverhard was. Onze gids was Valentine; een jonge gast van 27 jaar en super enthousiast en grappig. Onderweg zijn we een keertje gestopt en daarna zijn we door gereden naar het punt waar we met de grote rubberboot zouden vertrekken. We zouden allemaal in de grote boot plaatsnemen. De buitenste rij moet peddelen. Om de bepalen wie als eerste zou peddelen werd er een spelletje gedaan. Lachen! Pascal lag er al als tweede uit maar Janneke heeft het spelletje tot het laatst vol gehouden. Zij had dus een peddel en mocht meteen aan de slag. Het begin was in een heel rustig watertje. Zo rustig en ondiep dat de boot zelfs een paar keer vastliep en één van de gidsen er uit moest om de boot te gaan duwen en trekken om ‘m zo van de bodem te krijgen. Deze gids, Léo, moest het 'bekopen'met een paar natte voeten.
De uitzichten op het eerste rustigere stuk waren heel erg mooi. Vooral als de zon tevoorschijn kwam. Wauw. Na het rustigere stukje gingen we 'te voet met de boot het land over' om over te stappen op het Beagle kanaal. Voordat we het Beagle kanaal op gingen nog even foto's gemaakt en de New Yorkse meiden hebben een dansje gemaakt. Zij gaan dansend door Argentinië. Gekke meiden maar wel leuk gek. Op die plek moest dus ook een dansje gemaakt worden En daarna het Beagle kanaal op. Door een dikke laag drap van zeewier.... Stinken. Echt niet normaal. Tot ver over je enkels stapte je in de blub voordat je de boot in kon stappen. Wat waren we blij met de laarzen die we aan hadden. En toen werd het echt peddelen. Niet zwaar of zo maar hoe iedereen ook peddelde we hadden niet echt het gevoeld at we vooruit kwamen. Wat erg leuk was op het Beagle kanaal was dat we richting een eilandje voeren waar heel veel comorants (aalsscholvers) zaten. Gaaf, we konden ze ook mooi van dichtbij bekijken. Mooi plekje hadden die uitgezocht daar zo hoog op hun eigen eiland.
Daarna was het nog flink peddelen, maar we kwamen blijkbaar toch vooruit want we hebben het eindpunt gehaald. Iedereen had dorst en trek. Gelukkig kregen we in de bus een kopje soep. Lekker. Met de bus reden we naar Harberton range. Gable eiland is eigendom van de eigenaar van Harberton range. Vanaf hier vertrekken de boten richting het pinguïneiland dat je hier kan bezoeken. Op het eiland zitten zo'n 5,000 magellan pinguïns en slechts 30 - 40 koppels van de gentoo pinguïn. Beide kolonies groeien nog dus het worden er in de toekomst vast meer. De magellan pinguïn hadden we al gezien op Péninsula de Valdés en bij Punta Tombo maar de gentoo pinguïn hadden we nog niet gezien. De magallan pinguïn migreert naar het Noorden richting Brazilië en de Gentoo pinguïn richting Antarctica. Een week voordat wij er waren was er een verdwaalde King Pinguïn op Gable island gevonden. Ze hebben ‘m gevangen en naar het pinguïn eiland gebracht. Het moet een prachtig gezicht zijn geweest. Allemaal wat kleinere pinguïns en dan één grote king pinguïn ertussen. Wij kwamen aanvaren en onze mond viel open. Ondanks dat we al op Punta Tombo waren geweest was ook dit weer prachtig om te zien. Adembenemend. En vooral ook om dat er twee soorten op het eiland wonen. We gingen van de boot af en liepen door de pinguïns heen. De gentoo pinguïn vonden we echt het gaafst. Een oranje gekleurd snaveltje en oranje voetjes en dan staat zo'n beessie daar te staan. Wauw. Het is niet te beschrijven wat er door ons heen ging. We kunnen alleen nog zeggen dat we er geen genoeg van kregen. We zijn alleen maar op het strand gebleven. De groep wilde gewoon niet verder lopen. Je mocht er ook maar 20 minuten bijven. Wat gaat de tijd dan toch snel op z'n moment. Na iedereen 10 keer geroepen hebben zaten we weer in de boot. Dag pinguïns.... Jullie zijn echt te gek.
We voeren naar Gable Island. In de verte zagen we een hutje op een eiland tegen een fel blauwgekleurde hemel. Wat een mooi gezicht. Het hutje bleek het onderkomen te zijn voor ons voor de lunch maar ook voor degene die bleven slapen. Dat bleken er maar drie te zijn. Jecca uit de UK en wij. Wat gaaf zo'n klein groepje.
Na een gezellige lunch zijn we een wandeling gaan maken naar de andere kant van het eiland. We hadden weer super geluk met het weer. De zon scheen waardoor de uitzichten heel erg mooi waren. Wat is vuurland toch mooi zeg. Gable island ligt trouwens nog iets zuidelijker dan Ushuaia dus we zijn nog verder aan het einde van de wereld geweest, hihi. Aan het einde van de wandeling werd de groep opgehaald door de boot om terug te varen naar Harberton. Wij bleven achter samen met Gaston (jongen die op de range werkt en mee mocht en wat zou helpen) en Valentine. We zijn terug gewandeld via hetzelfde pad. We hebben ons kampementje gemaakt, 10 minuten werk zo'n tent opzetten en hebben daarna thee gedronken met een schaal koekjes en genoten van het uitzicht. We hadden echt superdesuper geluk met het weer want er was bijna geen wind waardoor we de hele avond buiten hebben kunnen zitten. Na de thee kwam de wijn met hapjes tevoorschijn. We hebben wel twee uur genoten van het apperitiefje maar de zonsondergang was ook zo mooi. De blikken op het Beagle kanaal dat aan onze voeten lag en de prachtige bergen op de achtergrond veranderde continu waardoor we de tijd helemaal vergaten. Helemaal toen Valentine zijn accordeon tevoorschijn toverde. WAT EEN ONVERGETELIJKE HERINNERING. Aan het einde van de wereld, windstil, uitzicht op het Beagle kanaal, mooie zonsondergang en dan iemand die gevoelige muziek speelt op een accordeon. Dat is even een moment dat je een traantje wegpinkt en je realiseert van top tot teen dat je je weer op een uniek plek op de aardbol bevindt..........

Om het nog mooier te maken dan het al was, werden we om 22.00 uur aan tafel geroepen. De tafel was gedekt met kaarsjes in 'ons' huisje. Het is echt super hoe Canal Fun dit geregeld heeft en wat Valentine voor ons gedaan heeft om het voor ons een onvergetelijk moment te laten zijn. We kunnen zeggen dat hij daar enorm in geslaagd is.
Om 23.00 uur 'moesten' we van tafel want we gingen nog bevers spotten. We liepen naar een beverdam maar daar hoorden en zagen we niet zo veel. Dus op naar een grotere beverdam iets verderop. Een hele klim als je in het donker wandelt met alleen wat licht van je hoofdlampje.... We konden de bevers al vanaf ver horen. Ze waarschuwden elkaar dat er 'indringers' aan komen. Ze slaan met hun staart op het water en dat geluid rijkt ver als je daar loopt. We zijn aan de waterrand van de beverdam gaan zitten en je gelooft het niet maar in Canada weten bevers als er gewaarschuwd wordt voor gevaar gaat men juist weg maar deze bevers hebben geen vijanden waardoor ze juist naar de waterrand komen om te kijken wat er loos is. Sullige beesten maar voor ons wel gaaf. Er kwamen er een paar echt tot aan de waterrand en eentje stak zijn kop boven water. Wat konden we ze goed zien. Dit was echt een hoogtepunt om daar midden in de nacht, in het donker te mogen zitten. Wie had gedacht dat wij bevers gingen spotten. Echt gaaf dus. Daarna liepen we terug om na twaalven op ons plekje te rug te zijn. Heerlijk geslapen. Zelfs zo goed dat wij niet eens de regen gehoord hebben.

De dag er op stond er een lange wandeling op het programma. Het eerste stuk was hetzelfde als de dag ervoor maar daarna sloegen we af en gingen we het hogere deel van het eiland bekijken. Bovenaan waren de Gables. Voor ons oogt het als landslides. Oppassen dus. Aan de andere kant, echt maar paar 100 meter verder op, is Chili. We konden Port Willam zien liggen. Met de verrekijker lijkt het ons niet zo'n aantrekkelijke plek. Industrie en rommelig maar dat kun je natuurlijk niet beoordelen door en verrekijker.
Bij de Gables hebben we geluncht. Wat hebben we toch een unieke plekken meegemaakt tijdens deze droomreis en het houdt gewoon niet op. Wat zijn er toch veel gave plekken op deze wereldbol. Gelukkig houden ze niet op!! We hebben 's middags een trekking door de bush gemaakt. Een stuk dat Valentine zo ook nog nooit had gelopen waardoor we af en toe behoorlijk door de 'el Calafate' moesten lopen. El Calafate is een mooi struikje/boompje maar het vervelende zijn de hele vele harde piknaalden.... Onze benen zien er uit, ondanks de lange broek! We zijn ook langs een aantal beverdammen gelopen waarvan twee hele grote. Je denkt dat het een meertje is op het eiland maar het blijken echt beverdammen te zijn. We vonden het de dag ervoor geweldig om de bevers 's avonds te kunnen spotten maar we zien ook dat de bever een groot probleem is. Bomen die 250 jaar nodig hebben gehad om te groeien worden kapot gevreten door de bevers. Als je er staat en rondom je heenkijkt dan zie je een soort spookbos. Verdroogde, witgekleurde dode bomen die dwars liggen, half aangevreten en dan niet eentje nee overal waar je kijkt.
Bevers lijken ook gestructureerde beestjes te zijn want de beverpaden lijken net wandelpaden van mensen. Dat is wel mooi om te zien. Ze eindigen uiteindelijk in het water.
Het weer was die dag bewolkt maar na de lunch kwam er toch wat zon tevoorschijn. We hebben nog wat 'flauwe' foto's gemaakt en we hebben de hele dag veel gelachen. Jecca was een leuke reisgenoot en Valentine was echt een topgids. We kwamen om half vier terug in ons huisje. Er zaten een paar mensen die die nacht daar zouden overnachten. We zijn buiten in het gras gaan zitten maar helaas was dat maar voor korte duur. Hoe mooi het was toen we de laatste 15 minuten liepen hoe dreigend keek het nu en ineens.... Regen regen regen. Echt kei en kei hard. Dat is dus wat ze bedoelen met hoe wisselend het weer kan zijn. We hadden het al een beetje gemerkt toen we van de bevers terug kwamen want toen zette de wind ineens op en was het ineens ook echt koud. We hebben een uur langer op de boot moeten wachten waardoor we niet om 6 maar pas om 7 uur terugwaren.
We hebben afscheid genomen van Jecca en Valentine. Deze trip zullen we niet snel meer vergeten. Het was echt iets heel moois en onvergetelijks en dat komt ook door het plezier dat we hebben gehad met Valentine en Jecca. En Jecca's immitatie van de Amerikaanse cruise-madame met haar 'Honey I found some handicraaaaaaaaaaaaaaaaft, they are so prettiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii'. Geweldig!

19 februari 2011, Ushuaia naar Rio Gallegos door naar El Calafate
Een lange reisdag. We zijn eerst van Ushuaia naar Rio Gallegos gereden. Een rit die uiteindelijk 2 uur korter was dan we verwacht hadden. Veel grensformaliteiten en tijdens één van de grensstops werd er bijna een Duits meisje achter gelaten.... ze was nog op het toilet en ze hadden het aantal personen in de bus niet geteld!!! In Rio Gallegos aangekomen zagen we dat we daar dus niet wilden blijven en we hadden geluk want we konden nog een bus boeken die die avond vertrok naar El Calate. We kwamen na tienen aan in El Calafate. Super.
Vandaag, 20 februari, hebben we een rustige dag in El Calafate (leuke plaats) gehad en we hebben alles geregeld voor de komende dagen. We gaan morgen naar El Chaltén om twee dagen te wandelen in het national park Los Glaciares. We hebben er zin in!

Liefs,
Janneke & Pascal

Polynesië: relaxen op Mo'orea en bijzondere ervaringen op Rapa Nui

Een paar dagen op een eiland heel ver weg van thuis. Gewoon even relaxen en bijkomen van de eerste 2,5 maan dat we nu al weer aan het reizen zijn. Witte zandstranden, turquoise- en azuurblauwe zee .... Dat is het beeld van Mo'orea.
Daarna door naar Paaseiland. We kunnen hier alleen maar zeggen dat we heel blij zijn dat we nu hier geweest zijn. In twee opzichten. We hebben het belangrijkste jaarlijkse festival van Rapa Nui mee gemaakt en wij verwachten dat het toerisme hier heel snel gaat groeien. Nu bevindt zich het toerisme nog in een mooie ontwikkelingsfase en je voelt er nog de puurheid.

Tahiti en Mo'orea (29 januari - 2 februari 2011)
Wat gaat de tijd toch snel, het is al weer februari... We hebben een prima vlucht gehad naar Auckland en vandaar konden we direct naar de volgende gate lopen om onze vlucht naar Papeete te halen. Het voelde heel vreemd. We kregen er eerst twee uur (of was het drie uur??) bij en daarna gingen er heel veel uurtjes af. We waren even de weg kwijt wat nu het tijdsverschil was met het thuisfront. Nu enige verwarring bleek dit 11 uur verschil met Nederland te zijn. We vertrokken dus op 30 januari en kwamen 's avonds laat om 29 januari aan. Toen we uit het vliegtuig stapten zaten er drie mannetjes op een rijtje muziek te spelen en we kregen een bloemetje om in ons haar te steken. Wat een speciaal welkom; voor de grap hadden we in het vliegtuig al tegen elkaar gezegd 'misschien worden we wel met muziek en een bloemetje opgewacht' hihi. Is het ook nog waarheid.. We werden bij de uitgang al opgewacht door Beni. Een hele aardige jongen (31 jaar oud) afkomstig uit Zwitserland. Vandaar ook de naam van zijn verblijf: Fare Suisse. Echt een oprecht aardige jongen.

Na een heerlijke nachtrust stond 's ochtends het ontbijt klaar. Lekker ontbijtje dat ons goed smaakte. Daarna bracht Beni ons naar de haven waar we het ticket van de boottocht naar Mo'orea kochten. De boot vertrok om 09:15 uur en na ruim 30 minuten stonden we dan op dit mooie eiland. Het liep allemaal vlotjes en zelfs de 'beloofde' lokale bus stond al klaar en een half uur laten waren we op onze plaats van bestemming 'Motu Iti'. De eerste blik bij het Sofitel hotel (van die hutjes op palen IN de zee) op de azuurblauwe zee, het uitzicht vanaf het eiland op het water en de witte stranden die zullen we nooit meer vergeten. We zaten echt met een wauw-effect in de bus. Wat was dit mooi zeg. Toen we aankwamen werden we door een vrolijk lachende man in korte broek en blote dikke buik welkom geheten en hij liet alles zien en vertelde voluit in het Frans (Janneke kon haar hart ophalen na haar lessen). Ons bungalowtje was superdesuper aan het water met heerlijke stoeltjes. Een koel drankje besteld en .... Heerlijk CHILLEN. Wat een geweldige plek direct aan de lagune. We hebben deze dag dan ook helemaal niets gedaan. Alleen maar genoten van het prachtige uitzicht, 's middags even een stukje naar een strandje gewandeld. Daar hebben we een duik genomen en op de terugweg hebben we een broodje en een verse jus d'ananas genuttigd. Heerlijk! Daarna nog een duik bij een ander strandje genomen en verder hebben we heerlijk op ons eigen terrasje gehangen in onze luie stoelen en op het zonnedekje/steiger. En dat uitzicht: 'formidable'.

Rond 5.30 uur werd Janneke al een keer wakker en ze opende de gordijnen om van het mooie uitzicht over het water te kunnen genieten. Toen de zon was gaan schijnen en we echt wakker waren (05.30 uur is een beetje belachelijk om op te staan toch??) was het uizicht nog mooier dan mooi.
Na het ontbijt zijn we gaan kayakken. We hadden prachtig zicht op de onderwaterwereld en het was dus erg leuk om in die kayak over het kristalheldere water te varen. We hadden besloten om vanaf een fietsje te huren zodat we ergens een lekkere lunch konden nuttigen en ook wat meer van het eiland, de andere baai en afgelegen strandjes te kunnen zien. Helemaal niets doen is toch niet aan ons besteed??!!? Om half twaalf stapten we op de fiets om tegen 5 uur weer terug te keren. We hebben een leuk deel van het eiland gefietst, eerlijk gezegd iets te ver en we hadden er op het einde een beetje de balen van maar ok (wind tegen...), maar we hebben heerlijk een verse vispasta gegeten op een mooie plek. Het restaurantje lag aan de zee en we konden het dus niet laten om daarna nog heerlijk aan het strand gelegen daar. Ontzettend mooi plekkie . Wauw.
Terug op ons stekkie hebben we ons op het zonnedekje/steiger neer gepland en hebben we met een biertje genoten van de laatste uurtjes licht op dit eiland. Helaas kregen we ook wat minder nieuws want de geplande snorkeltrip van de dag erop leek niet door te gaan. Ze hebben 12 mensen nodig om het door te laten gaan en ze hadden er al welgeteld twee: Pascal & Janneke genaamd. Dit is toch wel megabalen. Één van de mooiste plekken in de wereld om in zo'n helder water te kunnen snorkelen, dat hadden we die ochtend wel gezien toen we de stingrays onder onze boot zagen varen. Dit was echt kicken om ze zo goed te zien. Er was op die plek toen Janneke ze zag (twee stuks) geen koraal dus ze zwommen over de zandbodem en het zicht was dus echt kei goed. De ochtend erop zouden we het definitief te horen krijgen maar wij wisten ook wel beter. Het blijkt laagseizoen te zijn. Maar kun je je het voorstellen op deze plek op de aarde dat er op een heel eiland maar twee mensen zijn die deze trip willen boeken. 's Ochtends (1 februari) kregen we dus te horen dat de snorkeltrip niet doorging. We besloten om om 10.45 uur de boot terug te nemen en een snorkeltrip vanaf Tahiti te gaan regelen.

Aangekomen op Papeete werden we weer opgehaald door Beni (WAT EEN SERVICE), we hadden hem gebeld dat we eerder zouden komen. We vroegen hem naar een snorkeltoer maar hij gaf aan dat we beter een snorkelset konden meenemen en met lokaal transport naar een strand rijden. Zo gezegd, zo gedaan... wij dus met de bus naar PK18 (dit is 18 kilometer vanaf Papeete) na het Méridien hotel kwamen we aan bij La Plage Publique. Er hingen wat gasten rond bij de ingang en dat voelde wat minder en er waren bijna geen mensen op het strand. Pascal ging lekker snorkelen en Janneke bleef bij de spullen. Dat had Beni ons ook aangeraden; niet met z'n tweetjes het water in.

Na het ontbijt zijn we Papeete ingewandeld. Eerst bij de cathedrale naar binnen, daarna door naar de lokale markt. Meer rommel dan leuk en ook nog reteduur. Weet je wat, we gaan lekker via de haven terug en we pakken de bus om nog een keertje te gaan snorkelen. Gelukkig maar dat we niet direct zijn gaan snorkelen, want het viel er uit en hard.... Daarna onze spullen gepakt en op naar de bus. De eerste bus reed ons voorbij. Vol!!!!! Ja, dit is belachelijk. De tweede bus hadden we geluk. Die stopte maar de eerstvolgende stop waar een Westers uitziend persoon stond reed onze chauffeuse voorbij. Alle andere waar lokalen stonden stopte ze totdat de bus echt vol zat. Beetje selectief deze chauffeuse.....misschien maar goed dat we al aardig wat tint hebben opgedaan tijdens onze waanzinnige trip.
Het was de juiste keuze om naar het strand te gaan. We hebben er super van genoten en ook Janneke genoot van de onder waterwereld. Gave visjes zeg en mooi koraal. Om 17.05 uur liepen we terug naar de bus...... Om iets voor zes stonden we er nog. Er kwam gewoonweg geen bus. Janneke kreeg het een beetje benauwd. We moesten over twee uur helemaal klaar zijn om de vlucht te halen. En jawel, voor de eerste keer in haar leven heeft ze samen met Pascal gelift. En gelukkig stopte er na 2 seconden een aardige gast met een fatsoenlijke auto. Hij was op weg naar Papeete omdat hij een selectietraining had voor het rugbyteam met mogelijkheid om naar Frankrijk uitgezonden te worden. Gezellig zitten babbelen, hij sprak goed Engels dat scheelde. Hij zette ons ook nog eens op de parkeerplek bij Le Champion (de supermarkt bij ons om de hoek) af en we waren echt binnen 10 minuten 'thuis', waardoor we ruim de tijd hadden. Service kampioen Beni zei dat er ipv 2 vliegtuigen maar eentje per week gaat naar Paaseiland op dit moment en dat er veel overboekingen zijn. Mis je ‘m, dan betekent dat een week langer vastzitten op dit eiland. Lekkere plek,maar we wilden absoluut verder.. We stonden dus uiteindelijk vooraan in de rij en toen we eindelijk konden inchecken keek de dame achter de balie bedenkelijk. Ze moest bellen, nummers opschrijven en na 10 minuten kregen we onze instapkaart. We moeten het nog zien of het goed gaat en dat we hier wegkomen maar het leek erop of wij van deze vlucht gekickt waren. We hebben het gevoel, omdat we zo vroeg waren, we toch mee kunnen. Dat gevoel hadden we allebei en onze maag is wel drie keer omgedraaid door de blikken van de dame achter de balie. We hebben hier een geweldige tijd op Tahiti en Mo'orea gehad. Het was een heerlijke stop-over en we zijn relaxed en hebben weer zin om verder te gaan.

Paaseiland - Rapa Nui
Rapa Nui, oftewel Paaseiland, is een droog eiland, er is weinig vegetatie en vooral een mysterieuze plek door de hoofden en borstbeelden die overal op het eiland te vinden zijn. Daarnaast zijn er twee kraters van vulkanen die allebei met zoetwater gevuld zijn. Beiden prachtig om te zien.
De Rapa Nui mensen zijn enorm aardig en zeer relaxed. We hadden mazzel, want het jaarlijkse Tapati festival begon op de dag dat we aankwamen en we hebben hier dus van mee kunnen genieten. Erg leuk. Het zijn feesten waarbij tegen elkaar gestreden wordt op diverse gebieden. Het festival duurt bijna twee weken; dit jaar van 3 t/m 12 februari. Op de laatste dag gaat iedereen op het eiland, dus ook de toeristen gekleed in traditionele kleding van Rapa Nui. Dat zullen wij niet meer meemaken maar we hebben toch 3 dagen van de festiviteiten kunnen meegenieten.

Donderdag, 3 februari 2011
We kwamen 's ochtends aan op Hanga Roa, waar we opgehaald werden door één van de eigenaren van onze slaapplek. We kregen een bloemenketting omgehangen en we kregen eerst een rondrit door dé stad (lees dorp)! ALLES werd uitgelegd en getoond, maar dat was in 10 minuutjes ook gefixed want er wonen nog geen 4,500 mensen. Niet allemaal in Hanga Roa maar op het hele eiland. Het eiland is enorm klein (24 km in de lengte en 12 km in de breedte). Onwerkelijk om hier nu eindelijk te zijn.
We zijn het centrum in gewandeld om naar de tourist info te gaan. Die was natuurlijk gesloten; siësta. We zijn dus maar een rondje gaan doen. We zagen het eerste beeld (de Ahu Tautia). Deze staat mooi aan de zee, heel centraal in het centrumpje cq haventje van Hanga Roa. We hebben een erg lekkere verse jus d'ananas gedronken en daarna zijn we naar de tourist info gegaan. Helaas werden we daar ook niet veel wijzer. We dachten alles te kunnen boeken voor de twee volgende dagen maar dat was dus niet het geval. We waren van plan om naar een reisbureautje te gaan maar het viel met bakken uit de hemel. Even pech dus, de eerste regen in maanden! Later die dag hebben we gelukkig alles geregeld voor de komende twee dagen op het eiland.

Vrijdag 4 februari, ochtend paardrijden op de Maunga Terevaka gebergte
's Ochtends werden we om 9 uur opgehaald door een oud mannetje die ons naar de plek zou brengen waar de paarden staan. Een oud barrel bracht ons er naar toe. We kregen meteen twee verse ananasjes in de hand geduwd die we ook direct in onze tas moesten stoppen. We zijn in het juiste seizoen, want zowel de bananen (hier hebben ze superdikke bananen en die zijn ontzettend zoet en lekker) en de ananassen rijp zijn (deze zijn ook superzoet en sappig, heerlijk om je vingers bij op te eten). We werden afgezet bij een plek waar een klein huisje stond met een hek er om heen. Het lag echt in de middle of nowhere. Er kwam een ruwe jongen aanlopen; in de veertig schatten wij. Hij sprak bijna geen Engels alleen maar Spaans en een paar woorden Frans. Ok bueno. Twee totaal onervaren mensen die nog nooit een paard fatsoenlijk hebben gereden gaan mee met iemand die niet kan uitleggen wat ze moeten doen. Ajajaj dat wordt lachen. Onze paarden stonden al klaar. We zaten er al snel bovenop en daar gingen we. In het begin een beetje onwennig maar hoe langer we erop zaten ging het ons ook steeds beter af.
Het gebied waar we in gereden hebben was het Maunga Terevaka gebergte (hoogste punt is 507 mtr). Weinig bomen, hier en daar een eucalyptus en een palmboom. Alle bomen zijn in het verleden gekapt (men denkt om de beelden te transporteren van de plaats waar ze gemaakt zijn naar de plek waar ze neergezet zijn) dus alle bomen die er nu staan zijn allemaal hergepland.
De omgeving was echt heel erg mooi. We voelden ons twee cowboys (of toch ook één cowgirl) en het enige wat we hoorden waren de krekels en wat vogels om ons heen. Zo stil en verlaten, de wind suizend om onze oren. Een unieke ervaring. Op het hoogste punt zijn we even afgestapt en hadden we 360 graden zicht op het eiland. Wauw.
Op de terugweg hebben we gestopt bij de eerste rij koppen: de Ahu Akivi. Dit zijn de enige die met hun gezicht naar de zee toe staan (de anderen staan allemaal naar het land gericht). Deze worden gezien als de ontdekkers van het eiland en kijken naar hun thuis'land' (Polynesië) waar ze vandaan komen. De andere Moai's staan allemaal naar het land gericht. Het zijn namelijk herdenkingsmonumenten aan belangrijke overledenen. Hun lichaam is op het plateau gelegd en is daar gedroogd. De geest van een overleden persoon (wel een persoon met aanzien) zit in het beeld en beschermde zo de stam. Dat is de gedachte achter de beelden. Toen er op een gegeven moment ruzie tussen de stammen is gekomen, toen er geen voedselbronnen meer waren, sloeg men als eerste de beelden om. De beelden gaven namelijk bescherming aan de stam en als het beeld omlag dan kon men ook de stam zelf uitroeien. Men werd tenslotte niet meer beschermd.
Het leuke was dat we te paard bij de Ahu Akivi aankwamen. Er was een speciale paardenstalling. We konden onze paarden aan een houten stellage vastknopen. We moesten er om lachen, maar het is op dit eiland zo normaal om je te paard te verplaatsen. Je ziet het ook heel veel in Hanga Roa. De jeugd verplaatst zich te paard. Fantastisch, of de tijd heeft stilgestaan. Toen we terugkwamen werd er een ananas voor ons schoon gemaakt en een stuk watermeloen (Lucky Pascal, Janneke lust geen meloen) .... Heerlijk zoet! Taxi werd gebeld en helaas onze paardrijrit zat er al weer op.
De paardenrit was echt een onvergetelijke gebeurtenis. Dit hadden we zeker niet willen missen. Ook kregen we meteen een goed beeld van het mooie eiland. Met allebei twee beurse plekken op onze kont en spierpijn onder in onze rug zaten we met een grote glimlach in de taxi terug naar onze cabanas ;>

Middag 4 februari 2011 - tour naar Orongo en Rano Kau
's Middags werden we om 15:00 uur opgehaald. We hadden een trip geboekt naar Orongo en Rano Kau (krater van een vulkaan). Wij waren ingedeeld bij de Engelstalig/Spaanstalige groep (er was ook een Duitstalige groep namelijk); bij Daniela. Een vrolijke en vriendelijke meid die uit Santiago de Chile komt. Ze is getrouwd met een Rapa Nui. Ze kon erg goed vertellen en we hebben veel van haar geleerd over de historie van het eiland en de beelden; een mix van verhalen van generatie op generatie, theorieën en uitkomsten uit archeologisch onderzoek. Op een gegeven moment (lang geleden) waren er namelijk nog maar 111 echte Rapa Nui over. Er zijn er heel veel gestorven door de ziektes die meegenomen werden door de ontdekkingsreizigers en missionarissen die het eiland bezochten. Er stond niets op papier over het hoe & waarom en dat is met het overlijden van de meeste Rapa Nui verloren gegaan.
Het meest indrukwekkende van de middagtrip was de eerste blik in de krater van de vulkaan Rano Kau. Beneden in de krater staat zoetwater en in het water groeien veel plantjes die helende krachten hebben. Er komen mensen voor naar Rapa Nui om zo'n plantje te bemachtigen tegen bepaalde ziektes en ook de lokale mensen wagen zich om naar beneden te klauteren om een plantje te halen als men iets mankeert. Het water wordt overigens gebruikt als drinkwater!
Het 'dorpje' Orongo is een plek waar men vroeger samen was om tijdens de jaarlijkse wedstrijd om de leider van het eiland te worden (voor een jaar!). Degene die won was de 'birdman'. Waarom deze naam? Men moest namelijk naar beneden klauteren en vanaf daar naar het eiland Moto Nui zwemmen om daar een vogelei op te halen en dat heel mee terug nemen. Wie als eerste aan de overkant kwam met het ei was de leider voor dat komende jaar. Er staan nog (gerestaureerde) huisjes die men in die tijd gebruikte.
Op de terugweg zijn we nog gestopt bij een grot waar een aantal tekeningen te zien waren. De tekeningen daar hebben wij niet zo heel veel mee maar de plek was wel erg mooi. Een inham in een rots waar de zee hard tegen de rotsen aan knalde. Het blijft mooi om naar de kracht van de zee te kijken. 's Avonds zijn we naar de zee gewandeld en hebben daar in een gezellig restaurantje een heerlijke tonijn van de gril gegeten met een goed glas droge witte wijn tijdens de sunset. A memor y we'll never forget!

Zaterdag 5 februari 2011 - dagtour rondom het eiland
's Ochtends waren we niet heel vroeg wakker maar het blijft hier ook heel erg lang donker. Om 8 uur begint het pas licht te worden. We hoorden van Alvaro (eigenaar van onze cabanas) dat het verschil met Chili (vasteland) eigenlijk vier uur is maar dat hebben ze terug gedraaid naar 2 uur omdat er anders te veel tijd tussen Paaseiland en het continent Chili zou zitten als men dingen moet regelen. Dat verklaart waarom de zonsondergang (pas na negen uur) zo laat is en waarom het 's ochtends pas zo laat licht wordt. Om 10 uur vertrokken we samen met Ana (uit Spanje) en Alvaro. We 'moesten' nog een keer naar Orongo omdat Ana daar nog niet was geweest. Jammer maar ook geen straf om de krater van de vulkaan nog een keer te bekijken.
We hebben een drukke dag gehad en veel beelden bezocht. We zijn op de plek geweest waar de Pukao (dit is het 'haar' - de rode knot) die op de beelden staat gemaakt zijn. Vanaf hier kon je ook op Hanga Roa kijken. Daarna via de kust naar de voor ons zo bekende 15 beelden op een rij: de Ahu Tongariki.
Eerst nog even stoppen bij een groep andere beelden die langs de zee stonden. Helaas wel allemaal omgevallen. Je kon hier heel mooi het ingekapte deel zien waar het oog had gezeten of moest komen. De ogen waren trouwens gemaakt van koraal en het iris van een glanzende steensoort. Door weer en wind zijn deze bijna allemaal verloren gegaan. Alleen bij Ahu Nau Nau is er één oog terug gevonden omdat daar bij de zee een strandje is (Anakena beach). Het oog is goed bewaard gebleven door het zachte zand. Dit oog is te zien in het museum in Hanga Roa. Jammergenoeg hebben wij geen tijd gehad om naar het museum te gaan. De eerste blik op Tongariki was adembenemend. Er staan 15 beelden op een rijtje aan de zee. De lucht was blauw, witte wolkjes erbij en dan vijftien van zo'n prachtig gerestaureerde beelden. Zo mooi. We kregen er geen genoeg van en hebben hier een tijdje rondgewandeld. Op deze plek is ook onze nieuwe weblogfoto gemaakt!
Na het bezoek aan Tongariki zijn we snel naar de krater gereden: Rano Raraku. Tegen de heuvel van de vulkaan liggen en staan allemaal beelden. Daar komt de foto van de lonely planet vandaan. De twee-na-bekendste voor ons. Naast de Ahu Tongariki hebben deze beelden ons het meest geraakt. We hadden ook superdesuper geluk met het weer. De lucht was zo mooi.
In de krater begon om half drie een onderdeel van de festiviteiten van Tapati festival, namelijk de triatlón. Eerst moesten ze van de ene kant van het zoetwatermeer naar de andere kant varen met een bootje. Als men daar aankwam moesten de deelnemers een grote tros bananen om hun nek hangen en een rondje rondom het meer rennen (en dat was een eind en dan met een hele grote tros bananen aan allebei je schouders....), daarna nog een half rondje zonder bananen rennen om tenslotte zwemmend op een soort rieten paal weer naar de overkant van het meer te zwemmen. Het was een drukte van jewelste en er waren al heel veel mensen. Het was erg leuk om zoiets mee te maken. Mensen die vrolijk zijn, joelen en schreeuwen ter aanmoediging, leuke muziek en een glaasje alcohol erbij (dat is anders dan in Australië waar je nergens alcohol mag drinken behalve op het terras!). Ook erg leuk om te zien hoor al die mannen met een stringetje aan en gespierde lijven die verder volledig bloot zijn (dit onderdeel vond Janneke geen probleem om bij te wonen). Ook aan de binnenkant staan her en der wat beelden. Wij wilden hier naar toe maar werden teruggefloten. Helaas dat mocht niet. Wel mochten we gaan kijken bij een vrouw die twee beelden aan het opgraven was. Dat was gaaf om te zien. Er was er eentje 7 meter uitgegraven. Hierdoor kon je het snijwerk op de achterkant van de rug van het beeld heel goed zien. De vrouw was op dit moment een tweede aan het uitgraven, maar daar was ze net aan begonnen.
Nadat we de twee rondes triatlón bekeken hadden zijn we terug gelopen en hebben we gewandeld naar de koppen die zich op de voorkant van de vulkaan bevinden. Wederom te gek om te zien en heel veel foto's schieten. De lucht was zo mooi. Op de terugweg was het al meer dicht getrokken en waren er meer witte wolken boven de gezichten te zien. Als de lucht goed is, moet je foto's maken dat blijkt maar weer.
Alvaro stopte nog bij een steen die als communicatiemiddel gediend heeft. Er zaten allemaal gaten in en door het blazen van lucht maak je bepaalde geluiden. Afhankelijk van welke gaten je dicht hield was het geluid anders en wist men aan de andere kant wat het geluid betekende.
Hij stopte ook nog bij een omgevallen (de grootste van bijna 10 meter) Ahu. Hij stopte hier niet speciaal voor de Ahu (het beeld) maar meer voor een steen die er lag. Daar kon je een wens doen en dat hebben we natuurlijjk gedaan.
Als laatste stop deden we Anakena aan. Een van de weinige plekken in de wereld waar bij een prachtig wit zandstrand een archeologische site te bezichtigen is. Kijkend door de palmbomen zag je een rij beelden staan: de Ahu Nau Nau. Ook stond er eentje alleen (de Ahu Ature Huki). Alvaro's opa heeft geholpen om deze weer rechtop te zetten. De eerste keer mislukte dit en toen hebben ze ‘m voor de tweede keer omhoog gezet, samen met een Noorse expeditie. De opa van Alvaro verloor daarna een familieled en binnen een week overleed ook nog zijn moeder. Men zegt dat de geest die vrij was, toen het beeld nog plat was, weer terug gevangen zat in het beeld. De geest was hier niet blij mee en heeft op deze manier revanche genomen..... Zijn opa heeft kort daarna het eiland verlaten.
We waren pas tegen half acht terug dus we hadden een lange dag achter de rug. We wilden de zonsondergang gaan bekijken bij Ahu Vai Uri (de één na laatste rechtopstaande - Moai genaamd - die we nog wilden zien), dus we moesten nog haasten om dat te halen. We waren gelukkig op tijd en om 21.10 uur ging de zon mooi onder. Net niet in de zee want er hing een dun laagje wolken voor maar het was een mooie zonsondergang. Bij dit groepje beelden staat ook de Ahu Ko Te Riku; deze is gerestaureerd en men heeft in deze als enige een oog terug geplaatst om te laten zien hoe dit er vroeger heeft uitgezien. We hebben op dit punt nog lekker op het gras gelegen en genoten van de zonsondergang en de verkleuring van de lucht. Toen we terugliepen zijn we nog bij het Tapati festival geweest. Het avondprogramma was net begonnen en een lokale band begon te spelen. Vrolijke muziek. Eens kijken in Chili of we daar een cd'tje van kunnen kopen als herinnering aan dit bijzondere eiland.

Paaseiland, Rapa Nui, een zeer bijzondere plek. We zijn blij dat we dit eiland aangedaan hebben tijdens onze droomreis. Een aanrader voor mensen die er over denken om hier naar toe te gaan maar men moet dit wel snel doen . Dit eiland zal heel snel gaan veranderen dat gevoel hebben wij in ieder geval. Het toerisme staat nog aan het begin van de big-boom. Het voelt een beetje 'kneuterig' aan en dat vonden wij alleen maar geweldig om te zien. De sfeer is nu nog redelijk relaxed en dat de jeugd nog te paard rondrijd draagt zekerbij aan het karakter van het eiland. Bij één van de topattracties stond een houten tafeltje met plastic stoeltje met een mannetje ter controle. De meeste attracties zijn ook nog eens voor nop te bezoeken. In/op de twee kraters moet je wel een entreekaartje hebben en die prijs is al enorm gestegen. De 'boom' zal dus heel snel gaan komen. Boek een ticket.... Snel!

Veel groeten,
Pascal & Janneke

Treasures of Tasmania & Stunning Sydney

Tasmanië
Tasmanië kan echt een apart hoofdstuk van onze reis genoemd worden. Een nieuwe ervaring, nieuwe belevenissen op een eiland zo mooi. Natuur, natuur, natuur welke afslag je ook neemt en ieder deel van het eiland heeft z'n eigen nationale parken waar je als toerist prachtige wandelingen mag en kan maken. Op de ene plek een dichtgegroeid bosgebied, op de andere een open gebied met allemaal kleine en grote meertjes, uitzichten eindeloos en dan niet te vergeten de kilometerslange kusten met prachtige witte zandstranden. Wat een cadeautje! Voor ons een onvergetelijke week. Met een lach en een traan hebben we afscheid genomen van 'Tassie' en we hebben elkaar beloofd 'we'll once come back!'.

Melbourne - Hobart (Tasmanië) - St. Claire's Lake, maandag 17 januari 2011
De vlucht naar Tasmanië vanaf Melbourne verliep erg soepel en we stonden dan ook al snel bij de balie van Britz waar we ons 'campervannetje' op konden halen die we voor de week op Tasmanië gehuurd hadden. Na een introductiefilmpje van waar alles zat en hoe alles werkte (we hadden er niet veel zin in, maar het bleek toch erg handig te zijn ... vooral toen 's avonds bleek dat we als enige het knopje van de lampjes niet konden vinden. Dat hadden ze niet op het filmpje getoond ;> ) konden we vertrekken. Pascal reed zo weg in onze 'van', even wennen met schakelen en weer die piepruitenwisser die ook in dit voertuig geen richtingaanwijzer bleek te zijn, maar als dat alles is.

We reden door naar Hobart om inkopen te doen en om een snelle glimp van het stadje op te vangen. Voordat w verder reden hebben we een heerlijke Fish & Chips uit een grote frietzak gegeten bij Fish Frenzy (aanrader). Janneke kon niet laten om er een wijntje bij te nemen..., voordeel van niet rijden. We zijn in Hobart even rondom het Salamanca Square gewandeld en daarna op naar het Mount Field National Park. Toen we de 'drukte' van Hobart en nog een stadje dat er aan vast is gegroeid voorbij waren zagen we de schoonheid van Tasmanië meteen. Vooral toen we van de drukkere weg een B-weg op draaiden. Wauw. De uitzichten zijn echt subliem en zijn niet te omschrijven. In Mount Field National Park aangekomen zijn we naar de waterval (Russel Falls) gewandeld. Dit was maar een korte wandeling maar ons eerste plan was om door te rijden naar het St. Clair Lake en kijken of we daar konden blijven die nacht. Het Mount Field National Park was zo ontzettend mooi dat we getwijfeld hebben om daar te blijven. Uiteindelijk besloten we om toch maar wel door te rijden omdat we deze week nog veel meer willen zien en doen en het 'zonde' is om de eerste dag maar krap 100 kilometer te rijden. Via een mooie route zijn we naar St. Claire Lake gereden en daar hebben we geen spijt van gekregen. We waren allebei doodmoe en lagen er al vroeg in; het kost toch een hoop energie al die nieuwe indrukken.

St. Claire Lake - wandeling Mount Rufus, dinsdag 18 januari 2011
Na rustig wakker worden, een kop koffie en een ontbijtje zijn we aan de Mount Rufus wandeling begonnen. Het begin liep via smalle paadjes en een bosrijk gebied. Mooie en afwisselende vegetatie, af en toe bukken om onder de struiken door te lopen en soms ook klimmend over een omgevallen boomstronk. De paden op Tasmanië in de nationale parken zijn zeer goed verzorgd en als er bomen zijn omgevallen is het vaak zo dat men van de boom de breedte van het wandelpad er tussenuit zaagt zodat je door de boomstronk heen kan wandelen. Na twee uur wandelen kwam er een splitsing. Wij gingen rechtdoor omdat we de summit (de top) van de berg wilden bekijken. Vanaf dat punt veranderde de vegetatie en gingen we een ruwer gebied in. We moesten klimmen en vanaf een heel mooi uitzichtpunt waar we het meer mooi konden zien liggen begon het stuk van de rotsen. De top van Mount Rufus lag in de wolken en we zijn net onder de wolk gestopt en we hebben uit de wind onze lunch op gegeten. Dit zijn van die onvergetelijke momenten met schitterende uitzichten en dan zitten wij daar met z'n tweetjes en niemand anders die ons volgt onze boterhammetjes op te eten. Gaaf!
Wat iets minder was, was dat we vanaf dat moment in de wolken liepen en vanaf het hoogste punt, dat nog behoorlijk klimmen was, hadden we helaas geen zicht naar beneden. We liepen over de bergrug richting de top. Dit hadden we niet verwacht dat we over de bergrug zouden wandelen. Je ziet het vanaf beneden maar verwacht niet dat je daar kan wandelen. We hebben de top gehaald en hebben op een hele grote berg stenen ook onze bijdrage geleverd en er liggen nu twee steentjes bij. Eentje van Pascal en eentje van Janneke. Het geeft wel een kick hoor om het hoogste punt te halen. Toen begon de afdaling. Weer een andere vegetatie aan deze kant van de berg. Een soort heideplantjes in geel, oranje, roze, wit... Wauw, onbeschrijfelijk mooi. We kregen er geen genoeg van. En toen we uit de wolken kwamen weer hele mooie uitzichten over de meren om ons heen. Toen we weer met twee benen op de 'begane' grond waren was er een mooi aangelegd wandelpad waar je overheen wandelde. Onder de planken waar je over heen liep hoorde je het water stromen. Het was volledig begroeid met mos, er stonden prachtige cactussoorten en mooie bomen en onder het mos was een ondergronds stelsel van watertjes. Echt dit moet je zelf beleven om te voelen hoe dit is. Zo mooi, maar het is eigenlijk niet uit te leggen hoe mooi.
We kwamen nog een echidna tegen die zich aan het proberen was zich in te graven in de heideplantjes maar dat is te stug en dat lukte dus niet. Niet echt slim van ‘m. We hebben ‘m maar met rust gelaten. We hebben daar nog even staan dansen op de mossige ondergrond. Sprookjesachtig, al dat knalgroene mos met al die lieve kleine bloempjes en dan de prachtige heideplantjes & struiken. Vanaf het punt dat de andere wandelroute weer bij dat van ons samenvoegde liep het wandelpad voornamelijk door de bossen, net zoals het eerste stuk. Wij zijn kei blij dat we de lange route gewandeld hebben omdat de uitzichten super waren en de vegetatie en het sprookjesachtige stuk ons echt heeft geraakt. De schoonheid van de natuur is niet uit te drukken.
Toen we bijna aan het einde waren, kwamen we andere kortere wandelroutes tegen. Ook de Platybus bay route van 20 minuutjes. Die hebben we er nog even achter aan geplakt. Helaas geen platypus gezien maar we waren waarschijnlijk te vroeg. We hadden dan tegen negen uur (zonsondergang) moeten komen en niet tegen zessen. Het meeste kans heb je een uur na zonsopgang en een uur na zonsondergang. Morgen vroeg opstaan dan maar!

Lake St. Claire - Franklin Gordon National Park - Cradle Mountain National Park, woensdag 19 januari 2011
Om 6 uur liepen we weer buiten op weg naar de Platypus bay. Achteraf bleek nog te laat want de zon komt hier al om half vijf op. We hadden wel geluk want we zagen een wallaby soort die hier voorkomt; de Pedemelon. We hadden ‘m ook al gezien in Mount Field National Park maar door de begroeiing was het daar moeilijker om ‘m te zien en te kunnen fotograferen. Nu hadden we geluk dat er op bepaalde punten eentje zat. Ze zijn erg schuw hoor dus ze schieten heel snel weg. Ook in de buurt van de Platypus Bay hebben we er een paar weg zien schieten.
We reden rond kwart over acht van de camping weg. We wilden namelijk een paar keer stoppen om een korte wandeling te maken in het Franklin Gordon National Park. Via de highway die we moesten rijden om in Cradle Mountain te komen rijdt je 56 kilometer door het Franklin Gordon National Park. We zijn er op drie plekken gestopt: 1. Wandeling bij de Franklin River. Een mooie wandeling van 40 minuutjes langs de rivier. Bij de verschillende vegetaties stonden borden met uitleg. Je kreeg hierdoor een mooie indruk van het park. 2. Wandeling naar een viewpoint (Donaghys Hill Lookout). Een mooie klim via een bosrijk gebied naar het viewpoint. Daar had je een schitterend uitzicht over het gebie. Je had er een 360 graden view. We spraken er nog een man uit Queensland. Gelukkig was zijn huis niet getroffen door de vele regen en had hij alles nog. Hij was alleen aan het reizen en was met zijn eigen auto via Devonport met de boot aangekomen. Hij had tot nu toe langs de westkust van Tasmanië gereisd. Hij gaf ons nog wat tips, wees ons op de agressieve mieren met klauwtjes voor aan hun lijf (serieus!) en vertelde vanalles over de bomen op de terugweg naar beneden. Aardige en karakteristieke man. Leuk zo'n ontmoetingen. 3. Het derde punt waar we stopten was een waterval -Nelson Falls. Janneke wilde dichter bij de waterval en klom via een simpel wegje (!!! dacht ze) op de stenen richting een mooie steen. Ahum, de stenen waren erg glad en ze gleed uit. Eén been tot aan het scheenbeen in het water, jasses schoen helemaal nat, maar het andere been was de pineut. Daarmee knalde ze op een steen. Toen ze haar broek omhoog deed om de schade te bekijken zag ze een vlek zitten. Balen en pijnlijk! Na een paar foto's toch maar weer terug via de gladde stenen. Nu ging het wel goed. Pascal even haar been laten zien.... Oh dat is toch iets erger. Er zat een bult zo groot als een golfbal / pingpongbal. We zijn maar snel terug gewandeld en hebben een blikje cola uit de koelkast gehaald om het te koelen. Been omhoog om het dashboard en koelen. Bij een meer hebben we onze campervan langs de kant gezet en hebben we een heerlijke pasta gemaakt; de flexibiliteit om je huis bij je te hebben. Heerlijk.
Op de B-weg naar Cradle Mountain National Park toe zagen we de berg al liggen. Er was een heel mooi viewpoint waar we gewoon moesten stoppen. Je kunt niet zo maar doorrijden op zo'n prachtige plekken. Wat een uitzicht.
In Cradle Mountain N.P. aangekomen hadden we geluk; één van de laatste twee campingplekken. Je mag in dit park namelijk niet met je campervan naar de startpunten van de wandelingen maar je moet gebruik maken van een busservice. 's Middagas hebben we een wandeling van zo'n twee uur gemaakt rondom het Dove Lake. Deze ligt aan de voet van de cradle mountain. Cradle Mountain National Park is een veel bezocht park maar we snappen ook waarom. Een paradijs onder de vele paradijzen aan Nationale Parken die Tasmanië rijk is. Hoe vaak wij niet tegen elkaar gezegd hebben hoe mooi het is, wat we genieten, kijk daar, oh dit geloof je niet, oh wat een mooi uitzichtspunt, oh nog mooier dan het vorige punt.... Die kunnen we niet meer tellen. En met het weer hebben we ook super geluk gehad. De week voordat wij er waren was het weer echt slecht geweest en op de camping zei de vrouw van de receptie dat ze die vrijdag weggespoeld waren op de camping. Wij hebben geluk en we hebben dan ook volop genoten van het droge weer.

Cradle Mountain, wandeling 20 januari 2011
Horse Track (moeilijke en modderige track), uitzicht op het crater lake, naar Marions Lookout (prachtig uitzicht op het Dove Lake en Cradle Mountain), via Wombat lake (klein watertje) richting Ronny's Creek (opstapplek van de bus)

De ochtend begon iets minder, met wat regen en het keek behoorlijk mistig. Iets langer in bed blijven liggen omdat we niet zo veel zin hadden er uit te komen met dit weer. Daarna ontbeten en wandelschoenen aan, lunch in de tas en op naar het beginpunt van de wandeling die we die dag wilden maken. We stapten uit bij Ronny's Creek. Een bepaald stuk is op dit moment afgesloten ivm reparaties. Of dat met het weer te maken heeft dat weten we niet maar je kunt er in ieder geval niet doorheen. Hierdoor 'moesten' we een stuk van de horse track wandelen. Bij de splitsing ging het ook langzaam omhoog en het was inderdaad een lekkere klim. Wij vonden het niet erg. Het uitzicht was ook mooi, totdat we helaas weer in de mist / wolken moesten gaan lopen. Vanaf daar was het pad ook niet meer goed onderhouden en moesten we behoorlijk wat rotte planken en poeltjes water ontwijken. De vegetatie op dit hoge punt was veelal met hele kleine vetplantjes met lieflijke kleine witte bloempjes er in. Op veel plekken lagen druppels water dromerig op deze plantjes. Wat een mooi gezicht. Toen we bijna op het hoogste punt van deze berg water (crater point denken we ons te herinneren) kwamen we een groep wat oudere mensen tegen. Het leek of ze onder begeleiding aan het wandelen waren en dat ze uitleg kregen over de vele plantjes die dit deel rijk is. Veel plantjes, struiken en bomen zijn endemisch aan Tasmanië en vast ook zeker een aantal endemisch aan dit deel van Tasmanië. Tijdens de wandeling bij St. Claire Lake hadden wij dit gevoel ook al. Nu had de buschauffeur dat 's ochtends in de bus verteld.
Het was zo hoog in de wolken behoorlijk koud en er ging steeds een laagje bij en uiteindelijk ook onze regenjassen. In de mist lopen is niet ons favoriete wandelweer en dat zijn we dan ook redelijk snel weer moe. Ook omdat je niets ziet en je niet weet of het 'gevaarlijk' is. Toch melden ze bij het infocentrum niet dat je niet mag starten en deze route werd ons zelfs aangeraden. Op de kruising met de overland track en de Cradle Mountain View route kwamen we drie mensen tegen die de overland track liepen. Ze vroegen ons hoe het pad was dat wij gelopen hadden. Behoorlijk drassig maar via de mooie groene plantjes was het goed te doen. Enige nadeel: de mist. Zij moeten namelijk kiezen: de track die wij gelopen hebben of de route die wij aan het einde zouden nemen. Vanwege de drassigheid hadden zij de laatste gekozen. Ze gingen in 7 dagen de overland track lopen. Mooi, maar als het veelal in de mist zou zijn dan zouden wij het niet zo veel aan vinden. Het lijkt er op dat die niet zo hoog loopt dus waarschijnlijk heb je er minder last van.
Na dit punt werd de route weer met zicht. We daalden uit de wolken en kregen weer uitzicht over dat wat er beneden ons afspeelt. Wauw wat een mooie uitzichten. Overal kleine watertjes. We zagen in de verte het crater lake liggen. Dat hadden we niet verwacht dat daar het crater lake lag en groot dat het was. We kwamen een groep Japanners tegen die naar het Cradle Mountain Viewpoint gingen en ze zeiden dat de Marions Lookout nog mooier was. Inderdaad, dat was maar 2 minuten lopen maar daar had je uitzicht op het hele Dove Lake (waar we de dag ervoor gelopen hadden) en de Cradle Mountains. Wauw... We komen woorden te kort.
Vanaf hier liep de route (voor ons) naar beneden. Behoorlijk stijl en het eerste stuk ook nog eens over rotsen dus dat was wel even oppassen geblazen. Het pittigste stuk was een heel smal paadje stijl naar beneden. Ze hadden daar ook een railing gemaakt. Blijkbaar gaan de meeste mensen andersom want we kwamen best wel wat mensen tegen. Dat is zeker een pittige klim naar boven. Er zullen een aantal mensen het pittig krijgen als ze daar omhoog moeten, dachten wij. We hebben ze maar niet gewaarschuwd.
De wandeling eindigde op de lange boardwalk waar we ook gestart waren. Een mooie afsluiter en we eindigden de wandeling ook lekker in de zon. Weer een hele mooie wandeling van zo'n 4,5 uur. Heerlijk.

Na de wandeling hebben we nog een bezoek gebracht aan Devils@Cradle. Een privé-initiatief die Tasmanian Devils opvangen en proberen de populatie uit te breiden met behulp van speciale broedprogramma's. Om de beestjes nu echt zelf te zien is wel gaaf. Zwarte met wat wit her en der maar ook bruin gekleurde met witte puntjes. Gaaf. Een moeder kan maar 4 jongen voeden. Heeft ze er meer dan heeft de rest pech. De dierenwereld is een harde wereld. We vonden het leuk om dit goede project te sponsoren zodat wij de diertjes ook konden zien, want ze in het wild te spotten is ontzettend moeilijk. Na een uurtje hier rondgewandeld te hebben zijn we aangereden.
We wilden naar La Trobe waar Pascal had gezien dat je een Platypus centrum kunt bezoeken. We besloten naar Devonport te rijden naar het informatiecentrum en daar te vragen waar het precies is in La Trobe en om inkopen te doen want onze koelkast begon leeg te raken. Om 5 voor 5 (alles sluit hier om 5 uur) kwamen we daar aan en.... Bad news! Het centrum was door enorme beschadiging door het slechte weer van de week ervoor gesloten. Balen, want we waren hier naar toe gereden alleen maar daarvoor. Plan B. We rijden door zo ver mogelijk om de dag erop zo dicht mogelijk bij Mount William NP te zijn zodat we niet een te lange reisdag hebben. We hebben boodschappen gedaan en zijn doorgereden tot aan Scottsdale. De weg er naar toe veranderde van ruw naar een meer agrarisch gebied. We zien veel weilanden met zwarte koeien. Mooi plaatje. Vooral als je vanaf hoog naar beneden de dalen inrijdt.

Mount William National Park, vrijdag 21 januari 2011
Na een heerlijk ontbijtje (inclusief gekookte eitjes en nog vers brood van gisteren, zijn we vanuit onze gratis camping in Scottsdale richting Mount William National Park gereden, De rit ging door mooi bosrijk gebied, afgewisseld met agrarische landerijen. De gehuchten op deze weg zijn nauwelijks het noemen waard. Het is echt een afgelegen gebied.
Aangekomen in het prachtige NP zijn we eerst naar Musselroe Bay gereden. Dit is zo'n beetje het meest noordoostelijk gelegen punt van Tassie (zoals de locals Tasmanië liefkozend noemen). Musselroe Bay straalt uit wat het ook daadwerkelijk is. Een klein baaitje met een paar vissersbootjes, enkele (vakantie)huisjes en een prachtige groep pelikanen. Vooral deze schitterende vogels die we al op Kangaroo Island hadden gezien, trokken onze aandacht. Het blijkt elke keer maar weer, dat wildlife ons altijd boeit. Behalve de fotogenieke pelikanen, stond er ook een prachtige oude (Ford?) met een joekel van een kano op het dak. Bleek deze van een oude Australische man te zijn die lekker aan het rondtrekken was. Geweldig! Met een sticker op de het nummerbord met de tekst 'Tasmania holiday isle!' Dat kunnen wij beamen.
Musselroe Bay hadden we snel gezien en we gingen op zoek naar een leuke campingplek dicht bij het strand in het park. Uiteindelijk kozen we voor campsite 3 (Stumpey 3 genaamd). Prachtig gelegen pal aan het strand, maar wel beschut door begroeiing. Op weg naar de campsite realiseerden we ons pas echt in wat voor natuurparadijs we beland waren. We konden onze ogen niet geloven toen we vele Bennet Wallaby's en zelfs enkele Forester Kangaroos zagen. Deze is verwand aan de grijze kangaroo van het vaste land van Australië, maar komt alleen nog maar voor in dit NP. Het park heeft veel bos, maar ook open grasvlakten. Met name op deze vlaktes is het goed dieren spotten. Hoogtepunt was trouwens wel een vrouwtjes Wallaby met jong in de buidel. Ontroerend om van zo dichtbij (slechts een paar stappen) en echt in ‘t wild dit te mogen ervaren. We genieten echt met volle teugen van zulke momenten. Dit is ook de reden waarom we graag naar dit park wilden gaan.
Op onze campingplek hebben we eens heerlijk relaxt. Het zonnetje kwam erdoor en een parkranger kwam ons waarschuwen dat er storm op komst was. Op dat moment leek het er in de verste verte op, want zoals we net schreven kwam juist het zonnetje erdoor. De beste man zei dat het weer in Tassie onberekenbaar is en heel snel kan omslaan. Hij raadde af om te wandelen richting Mount William. Dit bericht gaf ons net dat laatste zetje om lekker neer te ploffen en wat te lezen of niks te doen. Na een paar uurtjes (wederom zonder een boek aan te raken) en een lekkere lunch verder, hebben we de auto gepakt en wilden we een korte wandeling maken de rotsen aan de zeekant. Na een paar honderd meter konden we al niet meer verder vanwege een watertje waar we niet over konden. Mmm, wat nu? De wandeling naar de top van Mount William vanuit daar was 5 uur retour. Daar hadden wij even geen zin in. Dan maar met de auto naar de voet van deze berg (zeg maar heuvel) en vanuit daar op en neer naar het hoogste punt. Na zo'n 5 minuten lopen komen we een man en vrouw tegen. Na wat small talk, zei de man dat ze iets verderop een tigersnake (tijgerslang?) hadden gezien. SLIK! Een tijgerslang..... hij hielp ons er nog even fijntjes aan herinneren dat dit vriendelijke beestje hoogst giftig is en dat je na een beet binnen het uur dood bent. Check this.... http://en.wikipedia.org/wiki/Tiger_snake . Als je in paniek raakt of gaat bewegen, gaat dit nog sneller. Lekker verhaal. Staan wij daar, enigszins geschrokken elkaar aan te kijken of we eigenlijk nog wel door willen lopen... Tuurlijk, we zijn toch geen watjes en per slot van rekening zijn slangen banger van ons dan andersom, alhoewel. We hadden 's ochtends bij het informatiebord ook wel gelezen dat er op Tassie drie slangen voorkomen; ja en alledrie hoogst giftig! Maar in het echt.... Da's toch wel enger dan iets lezen op een informatiebord. De eerste meters heel voorzichtig zowat voetje voor voetje liepen we door. Pascal voorop en Janneke in z'n schaduw. Het zal er best komisch uitgezien hebben, twee helden op sokken die niet willen opgeven. Even later zat het hart in de keel en de schrik in de benen. Er schoot een grote hagedis net voor onze voeten het pad over het struikgewas in. Tjeemig, wat zo'n waarschuwing van zo'n wildvreemde impact heeft! Even dachten we toch maar om te draaien en de uitkijk te laten voor wat ie was, maar nu waren we al zo ver, teruggaan had weinig zin. Opgelucht kwamen we boven en we werden beloond met een fenomenaal uitzicht op het hele park en de kustlijn. Wow. Na wat rust, enkele kiekjes, wat chippies en een paar slokken drinken gingen we hetzelfde pad terug. Heel wat zelfverzekerder liepen we naar beneden, al liet het giftige slang verhaal ons nog niet helemaal los. We praatten onszelf moed in door het feit dat slangen door de trilling van onze voetstappen allang weg zijn voordat we ook maar in de buurt zijn. Het wordt pas link als je er per ongeluk boven gaat staan. Hoe ziet zo'n tijgerslang er eigenlijk uit? Waarschijnlijk met dwarsstrepen zoals een tijger op zijn huid, maar hoe groot? We schatten dat het tussen de 20 en 50 cm zal zijn. Daar zullen we dus bij elke stap die we neerzetten scherp op letten. Het gaat lekker en het einde komt al in zicht. Janneke begint zelfs te zingen 'we zijn er bijnaaah'......tot Pascal stokstijf blijft staan en stamelt...'daar, rechts, daar gaat ie' en ondertussen wijzend naar een joekel van een donkergekleurde slang met een streeptekening op de huid op nog geen 3 meter afstand. De levensgevaarlijke slang schoot het struikgewas in, supersnel en Janneke en Pascal versteend en verbijsterd achterlatend. Wat?? Dit was ‘m echt! En groot... minstens 1,5 meter en een diameter van wel 7 cm. Met de adrenaline van de schrik nog volop in de benen lopen we snel verder op commando van Janneke 'Lopen, lopen', dadelijk komt ie weer terug!' Net voordat we bij de auto zijn zit er ook nog een enorme hagedis op het pad. Het lijkt net een slang met poten. Aangezien alle drie de op Tasmanië voorkomende slangen giftig zijn, vertrouwen we ook dit exemplaar niet en wachten af tot het ook wegschiet de bush in. Het duurde even waardoor we nu wel wat foto's kunnen maken. Bij de tijgerslang waren we beide zo geschrokken en de slang zo snel weg, dat dit helaas niet gelukt is. Wat een wandeling...pfff...niet gedacht dat er enkele rampscenario's door ons hoofd zouden spelen, maar gelukkig is er niks met ons gebeurd.

Duskdrive; op zoek naar de Wombat! Het Mount William National Park staat bekend om het spotten van wildlife. Er is een zogenaamd 'kangaroo drive' pad waar je ook mag rijden voor zonsondergang en net na zonsopgang. Een pad waar je wordt verzocht om langzaam te lopen zodat je ook geen dieren doodrijdt. We begonnen aan onze nightdrive net na 8 uur. We kwamen al snel bij een open veld en daar stond al een andere jeep. En we hadden meteen geluk. Een wombat. Het lijkt op een grote cavia op poten. Dat we dit dier(tje) zo snel al zouden spotten dat hadden we niet verwacht. Het was echt een grappig gezicht en we konden er zelfs naar toe lopen. De mensen uit de andere jeep waren namelijk uitgestapt om dichter bij de wombat te komen en ze stonden om ‘m heen met om hen heen weer vele wallaby's. Wat een prachtige wereld en wat een geluk dat wij hier tussen mochten staan. Wat een heerlijk gevoel. De wombat kwam op ons als een grappig maar ook beetje onbenullig beestje over. Het enige waar hij mee bezig was, was het eten van het gras en hij liep van links naar rechts en van voor naar achter. Nadat we een tijdje de wombat hebben gevolgd zijn we verder gereden. We kwamen nog op een paar plekken een wombat tegen. De vegetatie was op iedere hoek weer anders. Van een open veld naar een volgegroeid stuk met allemaal struikgewas en dan verder op weer een droog bosrijk gebied. Het is eigenlijk niet te omschrijven, maar Tasmanië is zo ontzettend rijk aan flora, fauna, dieren en ieder gebied heeft weer een andere omgeving. We kwamen erachter dat we eigenlijk wel om half acht hadden kunnen aanrijden omdat we in de schemering helaas niet het hele rondje af konden maken. We hebben het natuurlijk wel afgemaakt maar halverwege was het te donker en ieder struikje was voor ons een wombat of een wallaby. Dit zal waarschijnlijk wel niet het geval geweest zijn. Onze nightdrive zoals we ‘m zelf omgedoopt hebben was zeker geslaagd en we kropen toen we terugkwamen dan ook tevreden ons bedje in.

Mount William National park via Bay of Fires naar Freycinet National Park - zaterdag 22 januari'11
In de ochtend wilden we nog van de mogelijkheid gebruik maken om een ochtenddrive te maken om nog een keer van de dieren te genieten. Onze wekker ging om 5 uur af, maar we hebben ons nog eventjes een half uurtje omgedraaid omdat het nog te donker was. Om half zes waren we op en een kwartiertje later reden we de campsite af op weg naar de kangaroo-drive. Het bleek toch iets te laat te zijn, maar we hebben weer enorm genoten van de vele bennett wallaby's en de Forester Kangaroos. Deze ochtend hebben we heel veel grote kangaroos gezien en ze hopten voor onze auto de weg over en zo van het ene veld naar het andere veld, om daar nog even verder te springen. Wauw wat een krachtig dier, die spieren in z'n poten. Echt geweldig om te zien. En snel, zelfs de kleintjes die racen al hoe jong ze ook zijn. Ook weer een paar mama's met jong gezien. Dat blijft ook een aardigheid om naar te kijken. Jullie kunnen je wel voorstellen met wat voor een big smile wij in ons campervannetje zaten te genieten van het vroege ochtendgloren. Dit is echt ons dingetje.
We hebben een route gereden van 1,5 uur en toen zaten we weer op de 'gewone' onverharde weg op weg naar St. Helens. We hebben ontbeten aan de noordkant van Bay of Fires. Helaas bleek dat je daar niet echt het strand op kon, dus we zijn na het ontbijt maar doorgereden naar de andere kant via St. Helens. Bay of Fires is een strandgebied met mooie witte, lange stranden en helderblauw water. Op het strand liggen her en der roodgekleurde stenen. Mooi gezicht.
Vanuit hier zijn we doorgereden naar Freycinet National Park. We hadden een campingplek gereserveerd op de Big4 camping van Coles Bay. Een beetje te familie-achtige camping voor ons maar ok voor een nachtje. Rond half vier zijn we naar de vuurtoren van het National Park gereden van waar we een mooi uitzicht hadden op de kuststrook en het zeer bekende Wineglass Bay. De dag erop hadden we een wandeling gepland die ook via het Wineglass Bay uitzichtspunt en het strand zelf gaat, dus de eerste middag van een afstand bekijken vonden we prima. Daarna nog een stuk gewandeld naar Sleepy Bay. Een klim via een begroeid gebied en via kliffen naar een baaitje waar je op de hoge rood verkleurde rotsen kon klimmen. Gaaf en wederom een mooi uitzicht vanaf hier. Je kunt vanaf hier ook heel mooi kijken op de verschillende bergen die het park rijk is. Het is hier ook heel goed aangegeven op de uitzichtspunten dus je hebt een goed oriëntatiegevoel. Bij Sleepy Bay klotste de zee enorm hard op de grote rotsen. Een aardigheid om naar te kijken. De grote witte schuimkoppen die keer op keer tegen de rotsen aanknallen. Dit zal toch ook wel voor erosie zorgen of niet? Hopelijk gaat dit proces dan enorm langzaam. Na de klim naar Sleepy Bay en terug zijn we bij Richardson Bay nog lekker hand-in-hand langs de branding gewandeld en op de terugweg is Pascal naar de campervan gewandeld om een koel biertje, een wit wijntje en een zakje nootjes te halen. We hebben een uurtje in de early evening zon zitten genieten op het witte strand. De zon voelde nog heerlijk aan. Dat is het voordeel dat we hier in de zomer zijn. De zon gaat pas na negenen onder.
Wederom een heerlijke dag op dit mooie eiland.

Freycinet National Park, zondag 23 januari 2011
Weer een wandeling op deze dag. Het eerst stuk van de route volgde het Wineglas Bay Lookout-punt. Best nog wel een klim en na een uurtje waren we boven. Van bovenaf had je een prachtig overzicht over de wineglass bay. Een wit zandstrand in de vorm van een wijnglas en dat midden in een Nationaal Park. We zijn naar beneden gewandeld want wij wilden dit zachte, witte strand ook tussen onze tenen voelen kriebelen. Er zat bij een boom een bennett wallaby te knabbelen aan de takjes en hij leek zich niets aan te trekken van alle mensen die om hem heen stonden om foto's te maken.
We hebben een lekkere wandeling gemaakt langs het strand. Heerlijk zeg en helemaal ook omdat de zon natuurlijk scheen. The Tasmanian Sea is trouwens erg koud dus wij hebben ons niet in het water gewaagd... alleen al de gedachte! Brrrrr. Er waren maar een paar waaghalzen die het wel deden en aan de baaitjes die vanaf de normale weg toegankelijk zijn, hebben de meeste mensen een wetsuit aan dus het is echt steenkoud. We kwamen een paar skeletjes tegen van een hoofdje. Wat zou het zijn? We hebben het twee mensen gevraagd en zij dachten van een vogel. Het zou ook van een pinguin kunnen zijn. Toen we terugliepen lagen er namelijk vijf dode pinguins op het strand. Een gat in de buik waar de kraaien hun slag hadden geslagen. Zielig, maar dit hoort nou eenmaal bij de natuurlijke kringloop. Na de strandwandeling liepen we van de ene kant van het strand via een pad dwars door het land naar de andere kant naar de Hazards Beach. Een mooie wandeling dwars door het groen. Op het einde was een groot stuk wetland waar het natuurlijk een vogelparadijs is. Jammergenoeg kon je niet aan de rand van het stuk water komen dus we hebben alleen de vogels aan de rand van het pad kunnen bekijken.
Aan de andere kant van het strand besloten we om neer te ploffen en onze lunch te nuttigen. Waarschijnlijk het laatste mooie witte strand dat we hier op Tasmanië zullen bewandelen. We hebben lekker een half uurtje zitten genieten van de rust, waarna we onze wandeling hebben voortgezet. De wandeling liep langs de branding van de zeerand over de rotsen en door het bosrijke gebied. Freycinet is weer een heel ander N.P. dan de andere parken op Tasmanië. Wat een afwisseling op zo'n relatief klein stuk land. De uitzichten op de grote, roodgekleurde rotsen boven ons blijven iedere keer weer mooi en indrukwekkend. Soms ligt er een grote steen op een andere steen en je hebt het gevoel als je een klein duwtje geeft die zo naar beneden komt rollen. In totaal hebben we zo'n vijf uur gewandeld en we hebben er enorm van genoten. We zijn vanuit hier richting Hobart gereden want de dag erop moesten we ons campervannetje inleveren en ons vliegtuig dat ons naar Sydney gaat brengen, halen.

Sydney, 24 - 29 januari 2011
Sydney heeft iets. Wat? Een bepaalde vibe die moeilijk te omschrijven is.Wat heerlijk dat we hier een week zijn!

De eerste indruk van de stad was meteen al goed. De eerste dag hebben we een wandeling gemaakt richting Darling Harbour die dicht bij ons hostel is. Een heerlijk plek om rond te wandelen en om te genieten van de zwoele zomeravond.

De tweede dag zijn we de hele dag op pad geweest om de stad en de bezienswaardigheden te bezichtigen. Als eerste gingen we natuurlijk richting de welbekende Harbour Bridge en het Opera House. Wat een kick om deze twee nu met onze eigen ogen te kunnen bekijken. Het is ook een leuke plek om rond te dwalen en je krijgt geen genoeg van de uitzichten op deze twee hotspots van de stad. Hierna zijn we door de botanic gardens gewandeld en zijn we aan het einde van de middag met de ferry richting Manly beach gegaan. Daar hebben we heerlijk op het strand gelegen in de late middagzon.
Op 26 januari is het Australia day. En laat ons nou net op die dag in Sydney zijn. We hadden bij de tourist info veel foldertjes mee gekregen met alle festiviteiten in de stad en we zijn dan ook aan het einde van de ochtend vertrokken om 's avonds pas weer terug te keren. Het was een soort Koninginnedag maar dan met de vlag van Australië. We zijn 's ochtends begonnen in het Maritiem museum. Een mooi opgezet museum. Er was ook een speciale tentoonstelling over haaien, erg leuk. We zijn naar hyde park gewandeld en via hier langs een hele rits oldtimers richting de haven naar the Rocks. The Rocks is de oudste wijk van Sydney en daar waren verschillende podia met artiesten. We kwamen uit by Casy Donovan; één van de winnaressen van Idols. Ja, dat hebben ze hier ook. Die meid had een stem! Die kan zingen en erg goed live ook nog eens. Later hebben we haar ook nog bij Darling Harbour gezien, daar stond ze ook nog te zingen. We hebben bij de verschillende podia gezeten en genoten van de verschillende artiesten. 's Avonds zijn we nog naar het vuurwerk gaan kijken. Dit was echt te gek. Op het ritme van kei harde muziek schoot het vuurwerk de lucht in. Wat een afsluiter van een bijzondere dag in Sydney.
Op donderdag hebben we een wandeling gemaakt vanaf Watsons Bay richting Bondi Beach. Dit was de zogenaamde Cliff walk. Op een gegeven moment belandden we in de elite-wijk van Sydney. Wat een huizen.... Op Bondi beach hebben we ons met een fish & chips in het zand laten zakken en hebben we daarna een verfrissende duik in het koele water genomen.
Sydney heeft zo veel te bieden dat we besloten hebben om niet naar de blue Mountains te gaan maar de laatste twee dagen ook in de stad te blijven. We blijven in en rondom de stad en pakken ook wat rust om ons op ons volgende deel van de reis voor te bereiden.

Veel groetjes,
Pascal & Janneke

Tongue out

Going South Down Under

In hartje zomer in Australië in de regen 'The Great Ocean Road' berijden, kwam in onze gedachten voordat we vertrokken niet op. Toch hebben we, na twee dagen op het onvergetelijke Kangaroo Island, een heerlijke trip door de Barossa wijnvallei en een bezoek aan The Grampians National Park, de Great Ocean Road de eerste dag volledig in de regen afgelegd. Maar het weer kan snel veranderen, dat hebben we inmiddels zelf ervaren ... Aangekomen in Melbourne werd het droog! Het zuiden van Australië heeft ons diverse malen versteld doen staan.

Overstroming
Het is onwerkelijk wat we zien. Wij zijn in een land waar in Queensland het water met bakken naar beneden is gekomen en nog steeds blijft het daar regenen. De huizen in bepaalde gebieden staan volledig onder water. Een ramp van ongekende grootte. Veel Australiërs zijn richting Queensland vertrokken om de mensen daar te gaan helpen met opruimen van de ravage die het weer daar heeft aangericht. Onderweg zien wij dat de meeste rivieren buiten hun oevers zijn getreden en dat de normaal mooie watertjes het water niet weggevoerd krijgen. In het Zuiden is het inmiddels gestopt met regen, maar in Queensland regent het nog steeds. Hopelijk wordt het daar snel droog en kan de grote opruiming daar beginnen.

Kangaroo Island, 6 & 7 januari 2011

We werden om half zeven opgehaald door Surf & Sun. In de bus zaten 12 anderen en de gids (Gus). Chris en z'n vrouw (Jana) uit Nieuw Zeeland, twee Italianen uit San Marino (Jacamo en Michele - de twee gangmakers van het stel), Lorenzo uit Italië, Tristan uit Melbourne, Dominik uit Oostenrijk, 3 Koreanen , Ruth uit Zwitserland en Katinka uit Nederland. Het was een erg gezellige groep met als gangmakers de broers uit Italië; het type ruwe bolster blanke pit.
Het was een trip van 1,5 uur per bus naar de haven van Cape Jervis naar Penneshaw Dit verliep allemaal soepel en ook de bootreis van 45 minuten was erg rustig. We spraken nog een stel dat net zoals wij 4 maanden aan het reizen is (zij in Australië en Nieuw Zeeland) en weet je waar ze vandaan kwamen? Uit Horst. Toevallig.
De eerste stop die we aandeden was het strandje van Pennington Bay met het uitzichtpunt Prospect Hill. Een geweldig mooi strand met helderblauw water. Helaas te weinig tijd om een duik te nemen maar wel even tijd om een stukje het strand op te lopen en een paar kiekjes te schieten. Daarna reden we door naar de Harriet River met het strandje Vivonne Bay. Vivonne Bay is door een bekende Australiër uitgeroepen tot het mooiste strandje van Australië. Inderdaad erg mooi. Nadat we een drie kwartier samen in een kayak hadden gezeten, hebben we ook een duik genomen om lekker af te koelen. Het kayakken was leuk maar het was ook behoorlijk warm en we wilden ook zeker dit mooiste strandje van Australië van dichterbij bekijken. Toen we terugkwamen bij de bus was onze lunch klaar, bbq! Heerlijke worstjes en kangaroobiefstukjes met sandwich en een lekkere salade.
Na de lunch zijn we door gereden naar onze slaapplek. Surf & Sun heeft een eigen accommodatie; een mooi en netjes verzorgde plek kunnen we wel zeggen. Deze ligt op het erf van een boer en het uitzicht vanaf zijn erf naar achteren toe was ook prachtig. Hier wilden wij die avond wel in een swag slapen.
We vertrokken snel verder naar het information centre van Flinders Chase National Park. Een klein maar leuk en informatief centrumpje. Wat het leukste was waren de dierenhuiden die hier op een 'voel'tafel lagen. Je kon de huiden aanraken en voelen hoe de huiden van de dieren aanvoelen.
We reden naar de Remarkable Rocks. Van een bepaald punt kon je ze al zien liggen; een stapeltje kleine stenen van veraf. Jammer genoeg geen strakblauwe achtergrond maar ok, het blijft prachtig om te zien. Het was nog droog en Gus had verwacht dat het 's middags zou regenen. Geluk dus.
Wat we niet mogen vergeten is dat 3 jaar geleden van het eiland zo'n 1/4de deel is afgebrand. Je kan dit nog goed zien maar ook zie je dat de begroeiing weer goed op gang is gekomen, gelukkig.
De remarkable rocks zijn van dichtbij gigantisch en echt leuk om een uurtje te vertoeven en op te klimmen, foto's te maken in allerlei standjes en een groepsfoto mag natuurlijk ook niet ontbreken. Na de remarkable rocks hebben we de New Zealand Fur Seals bezocht. Echt gaaf om deze beestjes in hun 'slaapkamer' te bekijken. Gus legde uit dat de moeders 3 dagen aaneengesloten op zee naar eten zoeken. Ze komen dan op de plek waar wij waren terug, vandaar dat het lijkt voor ons dat ze enorm lui zijn. Er lagen ook veel kleintjes die in het water en op de rotsen aan het spelen waren. Een prachtig schouwspel. En alsof het deze dag nog niet genoeg was zijn we ook nog gestopt bij de Hanson Bay. Een reservaat waar de kans groot is om koala's te zien. En we hadden geluk. We hebben voor de eerste keer in ons leven koala's in de boom en op de grond gezien. O ja, ook nog een moeder met een lief klein koalaatje die zelf aan het klauteren was. Yes, het kan niet op. Echt gaaf om al deze dieren hier te mogen zien. De koala kwam van origine niet voor op KI maar men heeft deze hier geïntroduceerd omdat men bang was dat ze op het vasteland verloren zouden gaan. Op dit moment zijn er > 35,000 op Kangaroo Island en er is eigenlijk te weinig eten voor de koala's. Beetje dubbel als je dat hoort. Wij vonden het echt te gek om deze beestjes te zien. Bij eentje leek het zelfs of dat die dood in de boom was gezet. We hadden geluk want we hebben ook een koala op de grond gezien. Na een tijdje schoot hij weer in de boom en daar kwam het: het geluid van de koala. Het lijkt wel een speenvarken. We hebben er bij staan lachen samen met de twee Italiano's.
Op de weg zagen we nog een echidna (soort grote egel) gezien die aan de kant van de weg lag; hij rolde zich van schrik op. Zijn puntneusje kwam eventjes te voorschijn; wat een schattig beestje.
Terug op onze slaapplek snel samen, onder het genot van een wijntje / biertje en Italiaanse liedjes zingend, de groenten gesneden zodat de pasta gemaakt kon worden.
's Avonds aan het kampvuur gezeten en marshmallows geroosterd in het vuur. Wat een onvergetelijke dag! 's Avonds kropen wij met een grote glimlach onze swag in. Helaas geen sterren maar we lagen heerlijk buiten in de openlucht. Geen last gehad van de dikke spin die wel binnen op de stereotoren zat en ook niet van de possum. Dit is een 'vervelend' diertje omdat hij op etensresten afkomt. Australiërs zijn er niet blij mee; ze zijn te brutaal en ze eten te veel kleine endemische diertjes op. De possum die bij ons rondliep, was ook erg brutaal en viel op een gegeven moment zelfs de vuilnisbak in. Wij hebben dit diertje nog nooit gezien en waren wel onder de indruk van dit schattige diertje met zijn roze neus. Tristan, andere groepsgenoot lag ook in een swag, maar niet in het open veld zoals wij. Hij had last gehad van de possum. Goede keuze dus om wat verder het veld in te gaan liggen. Dit zijn van de onvergetelijke overnachtingsplekken!!

De volgende dag wel op tijd wakker. We hoorden het gebrul van een koala en de contouren van de horizon werden langzaamaan zichtbaar. Het enige nadeel was dat we tussen half zes en half zeven echt last van muggen hadden. Heel vaak gepikt dus op de armen...... Ach dat hebben we er wel voor over. De ochtend begon helemaal top. We gingen namelijk sandboarden.... En dit was gaaf! Pascal probeerde eerst om staand naar beneden te gaan, geen succes dus dan maar op je buik naar beneden schuiven. Lachen was dit en overal maar dan ook overal zand.... Haha. Naar beneden glijden ging echt hard en snel voorbij en dan weer via het zachte zand naar boven rennen. Hijg, hijg als we boven kwamen. Tristan maakte de mooiste smakker. Recht met zijn gezicht in het zand. Je gezicht is bezweet dus hij zag er uit als een wit lijk. Uiteindelijk had Michele gewonnen, Pascal was tweede. We hadden dit sandboarden wel uren kunnen doen, maar aan alle leuke dingen komt een eind.
We gingen de bus om op tijd bij de rondleiding bij de Australian Sea Lions te zijn. Deze diertjes hebben een andere vacht dan degene die we de dag ervoor gezien hebben. Van veraf konden we de sea lions al zien spelen. De zee was erg rustig waardoor we geluk hadden. Normaal zie je dit niet zei Clare (onze gids voor dat uurtje). Zij werkte er nu een maand en had het nog niet zo gezien. Op het strand lagen ze her en der verdeeld en we hebben er gewoon staan kijken wat er om ons heen gebeurde. Er was een kleintje op zoek naar mama, maar blijkbaar was zij 'uit vissen' en dat betekent drie dagen geen eten voor een jong. En denk maar niet dat ze bij iemand anders iets krijgt. Zielig. Ze werd door iedereen weg gejaagd. Overal waar we keken zagen kleine 'toneelstukjes' van deze fascinerende dieren; zowel in het water en op het strand. Super.
Het programma zat erg vol dus ook hier moesten we weer snel door om op tijd bij de vogelshow te zijn. Na de vogelshow gingen we naar het strand. Een strandje dat je alleen kon bereiken om door een aantal rotsen heen te klimmen. Wat een idyllisch plekje weer! We hebben een heerlijk verfrissende duik genomen en daarna hebben we wat balspellen in het water gedaan met de groep. Het is onvoorstelbaar hoe deze groep zich in zo'n korte tijd zo goed samen is. Het strandje was trouwens 'Stokes Bay'. Gelukkig hadden we hier 1,5 uur de tijd en konden we ook nog even liggen en beetje wegdoezelen. Het was wel warm, maar later trokken er meer wolken over en was het goed toeven op het strand.
Na het strand hebben we nog een beefarm (winkel waar we een lekker honingijsje gekocht hebben... jummie) bezocht en als allerlaatste stond het voeren van de pelikanen in de haven van Kingscote op het programma. Dat was erg leuk om mee te maken. Wij konden op de rotsen plaatsnemen. We gingen niet helemaal vooraan zitten omdat vooraan de pelikanen zouden gaan zitten. En dat hebben we gezien. Die mensen die daar zaten schrokken wel even toen de grote pelikanen voor hun neus plaatsnamen. En ze gingen echt niet aan de kant voor jou hoor. De man die de vogels voerde deed het erg grappig. Ook voerde hij wat afval aan de meeuwen om zo de reactie van de pelikanen te laten zien. Die gingen er allemaal achteraan. En de pelikanen onderling gunnen elkaar ook niets want ze beten in elkaars nek om de vis die een ander gevangen had er weer uit te krijgen. Zo gaat dat dus ook in het wild; het recht van de sterkste.
Na een fish & chips met de ferry weer terug naar het vasteland. In de bus heeft iedereen liedjes uit zijn land gezongen en het was een dolle boel in de bus terug naar Adelaide. Andre Hazes was voor even weer springlevend en dat Down Under, haha!! Moe maar voldaan kwamen we aan in Adelaide.

Adelaide - Barossa Valley, 8 januari 2011
Rond twaalf uur hebben we de auto opgehaald bij Hertz. Even wennen om alles links te doen, inclusief bochten nemen, afslaan en vooral de richtingaanwijzer. In het begin hebben de ruitenwissers regelmatig op en neer geslagen over een droge ruit maar na een paar uur rijden had Pascal dat ook onder de knie. Op weg naar de Barossa Valley: één van de vele wijngebieden hier in Australië. We hebben een route gereden via de Adelaide Hills (via Hahndorf richting Woodside en Birdwood naar Williamstown) en zijn in de Adelaide Hills gestopt bij een winery 'Bird in Hand'. Even genipt aan een wijntje maar wij vonden deze niet top. Wat een prachtige omgeving. In Woodside zijn we gestopt bij de Melka's Chocolate Factory. Een waar snoepparadijs. Het was een oude fabriek en overal waar je keek lag snoep, hingen van die oude snoeplogo's aan de muur en de ruimtes om de centrale ruimte heen waren nog steeds de inpakruimte, productieruimte, etc. Als een kind in een snoepwinkel, maar dan echt.
Daarna zijn we door gereden naar de Barossa Valley, omdat we heel graag bij de Jacob's Creek winery in Rowland Flat wilden stoppn. Deze sloot om 17.00 uur dus we moesten een beetje opschieten. We hebben het net gehaald en om 16.40 uur kwamen we daar aan. Wat een mooi landgoed en wat mooi en stijlvol ingericht. We hebben een paar wijntjes geproefd en hebben een flesje gekocht om 's avonds te kunnen drinken. We vonden een slaapplek (cabin) op het Caravan Park van Nurootpa. Prima plekje en zeer goed verzorgde camping.

Barossa Valley -The Grampians , 9 januari 2011
We wilden een rondleiding bij de Jacob's Creek winery en die zou om 11.15 uur beginnen. Vooraf wilden we een wandeling maken in het Kaiser Stuhl Conservation Park (bushland), de Wallowa Loop Trail. We reden er naar toe via de touristic scenery route door de wijnplantages en nadat we de ingang 1 keer voorbij gereden waren begonnen we aan de wandeling door dit werkelijk prachtige natuurgebied. Onbeschrijflijk mooi. Overhangende bomen, overal groen en ook overal 'grey kangaroos' die of rustig bleven zitten of een beetje voorbij hopten van links naar rechts. Er zaten er echt enorm veel. Ook zagen we plotseling een schitterende vos in de ochtendzon staan. Genieten! Wauw, zijn wij echt hier? En met z'n tweetjes en niet allemaal anderen om ons heen in dit unieke natuurgebied. Dat is dus een groot voordeel van een eigen auto hebben en je eigen ding kunnen bepalen. Iets verder halverwege stond een bord. Het is maar goed dat we daar op keken want er stond dat de loop geen loop meer was omdat je het laatste stuk weg niet meer kon bewandelen. We zijn daar dus omgedraaid en hebben bijna aan het einde de lus van de andere kortere wandeling nog meegenomen (de Stringybark Loop). We kwamen er achter dat we de rondleiding niet meer zouden halen, helaas maar dan maar niet. Jammer want we hadden wel een rondleiding willen hebben door de wijnplantages en informatie over het wijnproces, maar we wilden ook niet rennend door dit natuurgebied gaan.
Na een kop koffie in Tanunda zijn we naar de laatste winery geweest. Die van Peter Lehmann en dat was een goede keuze. We hebben drie wineries bezocht en deze wijn spreekt ons het meeste aan. We zijn er dan ook met een aantal flesjes rode & witte wijn vertrokken! Helaas zijn maar weinig van deze wijnen in Nederland te verkrijgen. De lekkerste die we probeerden was een shiraz van 90 AU$ per fles. Nee, die hebben we maar laten staan. Een mooie afsluiter van dit mooie gebied vonden wij en we zijn rond twee uur de auto ingestapt om naar de Grampians te rijden. Het was een behoorlijke lange rit kwamen we achter en we besloten dan ook niet om langs de kust te gaan rijden maar de A8 richting Horsham te nemen. Jammer dat we de kust over moeten slaan maar het was echt nog een eind rijden. We kwamen hier pas om half negen aan dus we hebben 6,5 uur gereden. De route was erg mooi, dat scheelt. Sommige stukken zo plat als een pannenkoek en hier in de buurt en in de Grampians heuvel- bergachtig. Amazing.

The Grampians National Park, 10 januari 2010
Na een lange nachtrust werden we wakker en helaas het regende. Gelukkig niet super hard dus we hebben gewoon ontbeten en zijn daarna direct naar onze eerste stop gereden: de McKenzie Falls. We konden hier kiezen voor een wat kortere maar pittige wandeling zodat we de falls van beneden af konden zien (stijle wandeling dus) of een iets langere (nog geen 2 kilometer) zodat we de falls van bovenaf konden bekijken. We besloten met de pittige te beginnen. Dit viel wel mee. Mooie waterval waar het water behoorlijk hard naar beneden kwam kletteren.
Daarna ook de andere gedaan omdat we de waterval ook van bovenaf wilden zien natuurlijk. Wat ligt de waterval in een schitterende omgeving. Overal zijn trouwens mooie uitkijkpuntjes gemaakt zodat je op een ballustrade iets verder vanaf de rotsen kan kijken. Goed verzorgd hier in Australië hoor. Het natuurgebied The Grampians is echt heel erg mooi.
Op naar de volgende bezienswaardigheid. Helaas door het weer totaal geen uitzicht, echt nul-komma-nul. Ja en als dit de Reed Lookout is dan heb je wel uitzicht nodig om te kunnen genieten van dit punt. Helaas voor ons was het een uitzicht van dikke mistwolken (voor ons dus 'zie geen Reed Lookout') en we konden alleen denken dat het een prachtig uitzichtpunt is als je helder zicht hebt. Zo ook bij the Balconies die een paar minuten lopen liggen van de Reed Lookout.
Helaas was dit ook het geval bij de Boroka Lookout. Dit was het punt waar we zelfs door de dikke wolken en mist heen reden om bij de parkeerplek te komen. We hadden eigenlijk al om kunnen draaien, want ook hier helaas geen uitzicht. Wat een pech.
's Middags hebben we de mooiste wandeling van de The Grampians gedaan, vinden we zelf. We hebben onze auto geparkeerd op de Wonderland Car Park en zijn via de 'Grand Canyon' naar 'the Pinnacle' gelopen. Een pittige klim via rotsen en wij zijn een langere route gelopen richting de Pinnacle via een mooi pad. Wij hebben genoten van de uitzichten, zo ver die er dan waren, maar gelukkig hadden we vanaf deze kant wel wat zicht op het dal. Geen helder zicht maar zeker de moeite waard. En gelukkig was het droog en hadden we geen regenjas nodig. Op het einde van de route kwamen we bij heel veel rotsen uit en daar zagen we het uitzichtpunt al liggen, the pinnacle. Wat een gigantisch groot iets waar je over heen kon lopen om bij de punt te komen. Niet te beschrijven hoe het voelde om hier te lopen. Vanaf boven konden we redelijk naar beneden kijken en zagen we ook de twee meren liggen (we denken Lake Bellfield met de rechter zijkant en waarschijnlijk Lake Fyans - weten we niet zeker of het deze was). De meesten kwamen total-loss boven aan. Toen wij naar beneden liepen snapten we waarom. Wij hadden een omweg gemaakt om boven te komen maar de andere route was redelijk stijl naar boven het laatste stuk. Wij hebben dit stuk de heenweg niet gelopen. Het was wel een super mooie weg er naar toe via een heel smal paadje tussen twee uitgespleten rotsen. We wilden nog naar het Brambuk Cultural Centre (info over de Aboriginals) maar dat was helaas gesloten. Misschien morgenvroeg nog. We hebben een flesje rode wijn open getrokken, een zak chips en wat nootjes erbij en hebben ons geïnstalleerd op de bankjes onder de druivenranken op de veranda van het hostel (YHA). Wat heerlijk. 's Middags hadden we aan de achterkant gezeten met uitzicht op de kangaroos, vanmiddag hadden we uitzicht op de kipjes en de vogels. Wat hebben we het toch goed!!

Van Halls Gap naar The Great Ocean Road, dinsdag, 11 januari 2011
Toen we wakker werden keek het buiten helaas hetzelfde als de dag ervoor. Een volledig dicht- getrokken wolkendek keek ons van bovenaf tegemoet. We zijn op tijd opgestaan omdat we een wandeling wilden maken bij Dunkeld, in de omgeving van Mount Abrupt. Dunkeld is het begin (of het einde dat kan ook) van The Grampians National Park. Het was zo'n 65 km rijden vanaf Halls Gap dus we stapten om 9 uur de auto uit om te gaan wandelen. Het eindpunt zou een uitzichtspunt zijn over the Grampians... Moeten we hier aan beginnen als het uitzicht slechts twee meter is door de mist? Omdat we graag wilden wandelen zijn we aan de wandeling begonnen. We liepen op zeer smalle paadjes langzaam omhoog, maar helaas totaal geen uitzicht. Vanwege de mist (en vele spinnewebben) voelde het mysterieus aan en had het ook iets spannends. Na zo'n 40 minuten besloten we om toch maar rechtsomkeert te maken omdat we er zeker van waren dat het eindpunt niet zou zijn wat het normaal zou zijn. We zouden gewoon wat meer tijd nemen voor de Great Ocean Road.
Via kleine dorpjes met een handvol inwoners kwamen we aan bij Port Fairy. Dit ligt aan de kust en iets verderop bij Warnambool begint (of eindigt) The Great Ocean Road). In Port Fairy hebben we een kop koffie en een enorm grote muffin gekocht en daarna zijn we via Warnambool de Great Ocean Road op gereden. Het was zeker niet onze geluksdag.... In Warnambool begon het te regenen en niet een beetje. Wat baalden we. We zijn The Great Ocean Road op gereden in de stromende regen en met een uitzicht van een paar meter. We zijn toch maar gestopt bij een aantal stopplekken en natuurlijk ook bij de meest bekende maar in je regenjas, je camera beschermend tegen de harde regen en eigenlijk geen uitzicht is dit echt niets aan. Ons humeur daalde dan ook met de minuut. Hét moment waar we zo naar uit gekeken hebben, waarom we een auto hebben gehuurd, is echt letterlijk en figuurlijk in het water gevallen.
De eerste stop was bij de Bay of Islands Coast Park. Een mooi overzicht over de grove kustlijn. Het is echt prachtig hoe de kustlijn zich hier heeft gevormd. De 'Arch' (ander uitzichtspunt) vonden we ook erg mooi. Een rots waar je een gat in zat zodat je er doorheen kon kijken. De uitzichten zijn prachtig, maar droog weer zou heel fijn geweest zijn. Dan hadden we er nog iets meer van kunnen genieten. Bij Loch Ard Gorge waren twee uitkijkpunten. Iedereen rende er van het ene naar het andere punt en nadat we foto's gemaakt hadden zijn ook wij terug gerend naar de auto. Hier hadden we ook een duik kunnen nemen via het strand..... Zon waar ben je? We hebben op het punt gestaan een regendansje te doen zodat de regen niet komt maar verdwijnt. De laatste stop van deze dag was (natuurlijk) dé plek: 'the Twelve Aposteles'. Normaal is de sunset hier prachtig en er waren ook al veel tourbussen die er stonden maar ook hier renden de mensen naar het uitzichtpunt, snel foto maken en terug de bus in. De mist en regen werd heviger, dus we zijn snel terug gelopen naar de auto. In de auto kwamen we erachter dat in onze kleine camera regen is gekomen aan de binnenkant en dat de lens een waas van water laat zien. 's Avonds gekeken naar de foto's maar het lijkt er op dat het op de foto's niet te zien is. De camera hebben we te drogen gelegd! We hopen dat het vocht eruit trekt, omdat dit het cameraatje is waar we de meeste kleine filmpjes mee maken. Sorry van ons 'gezeur' over het weer, maar als je de Great Ocean Road rijdt in hartje zomer dan verwacht je toch niet dat het de hele dag met bakken uit de hemel komt vallen en je geen zicht hebt op één van de mooiste kustwegen van de wereld? We hebben van tevoren ons goed ingelezen over alle weertypes in alle delen waar we naar toe gaan maar dat we hier op deze plek zo veel regen en continu regen zouden hebben daar hebben we geen seconde over nagedacht. Maar goed, laten we het relativeren. In het noordoosten van Australië hebben ze pas echt een probleem.
In Cape Otways - een plaatsje dat bekend staat om z'n vuurtoren - hadden we een caravan gehuurd voor twee nachten. Een Pipo-de-clown-caravan of de caravan van Bassie-en-Adriaan, noem het waar je mee opgegroeid bent, en je kunt je er een beeld bij vormen. Een klein caravannetje met fel geel/groene gordijntjes..... hihi.

12 januari, Cape Otways aan de Great Ocean Road
De dag begon met heel veel regen.... We besloten niet binnen te blijven zitten maar ons regenpak aan te trekken en er toch op uit te gaan. We gingen richting het strand waar aan het einde een waterval te zien is. De wandelroute ging dwars door Great Otway National Park. Wauw, wat een mooi gebied. Heel veel eucalyptusbomen waar zich graag koala's in verschuilen. Echt een mooie plek, maar dan wel als het droog is. Hier zouden we nog wel een keertje terug willen. Toen we zo'n 1,5 uur aan het wandelen waren kwamen we aan het op strand en... warempel... het werd droog. Truitje onder de regenjas kon uit en later dan ook maar de regenbroek en regenjas. En geloof het of niet maar de zon begon te schijnen.... Dit hadden we niet meer durven hopen. Snel maar een paar foto's schieten want de grijze lucht kwam er ook al weer aan. Wat een superstrand; een heel mooi plekje en alleen maar te bereiken door een eindje te wandelen! Als je de foto's bekijkt geloof je niet dat de foto's op 1 dag zijn genomen. Van regenpak naar t-shirt en broek die opgerold is - lange broek was te warm! Vanaf het strand zijn we via het natuurgebied naar de vuurtoren gelopen. Deze wandeling volgde het Great Ocean Walk pad. WAUW, WAUW, WAUW. Langs de kust en dan door het natuurgebied met hier-en-daar hele mooie uitzichtspunten. Wat hebben wij genoten van deze wandeling. Een pittige wandeling dat moeten we wel zeggen. Via een ander pad, via de open velden, zijn we teruggelopen naar onze pipo-de-clown / Bassie-en-Adriaan caravan. Na de lunch (het was inmiddels 3 uur) vroegen we onszelf af 'Wat doen we?' Ja, daar hoefden wij niet lang over na te denken. Het lijkt droog te zijn..... Hop de auto in en terug de Great Ocean Road op. We wilden onze teleurstelling omzetten in een tevreden gevoel. En we kunnen je vertellen; dat hebben we meer dan verwacht gekregen. We zijn zo'n 80 km terug gereden richting de Twelve Aposteles en we werden beloond met zonneschijn en een blauwe lucht met witte wolken. We konden nu echt genieten van de limestone kliffen. Wat zijn ze mooi. We hebben echt de tijd genomen om ze goed te bekijken en zagen dingen die we de dag ervoor niet hadden gezien. Na de Twelve Apostoles zijn we ook teug gereden naar de Lorch of Ard. Dit vinden wij de mooiste qua formatie met de grote razorback. Na de Lorch of Ard zijn we nog gestopt bij de Gibson Steps. Een trap die naar een heeeeel mooi strandje leidt. We zijn - voor de zonsondergang - nog een keer terug voor de zonsondergang bij de 12 Aposteles maar toen we daar zaten merkten we ook dat dat nog wel even kon duren. Het was inmiddels zeven uur. De zon zou hier tegen negenen pas onder gaan dus dat was te lang wachten als je nog 80 km terug moet rijden over een kronkelweg. Wat een heerlijke dag. Wie had gedacht dat het weer zo mooi zou worden die middag? Wij in ieder geval niet. Het is zelfs zo mooi geweest dat ons hoofd, nek en armen heel erg verbrand zijn. Wij dachten geen pet nodig te hebben als het regent.....

Bendigo, 13 januari 2011
De laatste dag op de Great Ocean Road..... dachten we. Toen we 15 minuutjes in de auto zaten en Apollo Bay uitreden bleek de weg afgesloten. Vanwege landslides, als gevolg van het slechte weer, en overstroomde wegen en campings was de Great Ocean Road gedeeltelijk afgesloten. We moesten omrijden. We zijn richting de snelweg gereden en doorgereden naar Bendigo. Het weer was erg slecht en het had geen zin om onderweg ergens te stoppen. Rond drie uur kwamen we bij Intervet aan. We zagen het Intervet SP logo en dat voelt dan toch als 'thuis'. Grappig, zo ver weg. We kregen een rondleiding van Glenn (die we al jaren kennen). Altijd leuk om op een site een rondleiding te krijgen en te zien hoe het daar gaat. Het was erg leuk om een aantal mensen te zien, al kennen we niet zo heel veel mensen hier. Daarna zijn we met Matt naar zijn thuis gereden. Daar werden we open armen ontvangen door Nat (de vrouw van Matt) en Aemon (hun zoontje van net 1 jaar). Wat een gastvrijheid. Onder het genot van een lekker wijntje, een bluetongue biertje(!) en wat te knabbelen hebben we zitten kletsen. We hebben een erg leuke avond gehad en zijn blij dat we naar Bendigo gereden zijn.
De dag erop reden we rond 10 uur aan, omdat we op tijd onze auto in moesten leveren in Melbourne. Helaas een domme fout gemaakt door een tolweg te nemen en later bleek dat je vooraf een ticket daarvoor moet hebben. Die hadden we niet, dus dat zal wel een boete betekenen die achteraf nog via Hertz gestuurd zal worden. Baal, baal. Duur grapje, daar hadden we een dag langer de auto voor kunnen huren!!!!!!!!!!!!

Melbourne, 14 - 16 januari 2011
Melbourne voelde meteen als een fijne stad. Dit blijkt het ook te zijn. Het is een grote stad, maar als je er rondwandelt dan voelt het heel rustig aan. De eerste dag zijn we richting de haven (Docklands) gelopen en hebben er genoten van de zon die doorkwam; heerlijk op het terras in het zonnetje. Wat zijn wij regen toch weer snel beu. In Melbourne had het vanaf maandag t/m vrijdag aan één stuk door geregend dus wij mogen heel blij zijn dat wij die ene middag nog zon hebben gehad en de 12 aposteles toch nog met zon hebben kunnen bekijken.
Zaterdag 15 januari hebben we de hele dag in de stad rond gebanjerd. We hebben een wandeling door het centrum gemaakt. Ons beginpunt was Federation Square - het centrale punt van de stad blijkbaar - en aan het einde van de dag zijn we nog richting de Melbourne Cricket Ground gelopen. Helaas was deze al gesloten. Bij de Cricket ground in de buurt zijn de tennisvelden waar maandag 17 januari de Australian Open begint. Er liggen allemaal oefenvelden bij en daar hebben we gisteren nog even staan te kijken. Misschien hebben we nog wel bekenden gezien (een van Williams zusjes?). Wij zijn redelijke leken op het gebied van tennis dus dat weten we niet zeker. De dag hebben we afgesloten met een wijntje in de haven bij zonsondergang.
De laatste dag in Melbourne gaan we richting St. Kilda. Het lijkt een hippe wijk te zijn waar we ook naar het strand kunnen. De zon is nog niet echt aanwezig. Misschien komt die nog en dan nemen we een lekkere duik in het water vanmiddag. De stad heeft enorm veel te bieden, dus hoe dan ook zullen we ons wel vermaken.

Morgen vertrekken we naar Tasmanië voor een week. We hebben er zin in om dit mooie eiland te gaan verkennen!

Groetjes,
Pascal & Janneke

Magic of the Outback

We hebben The Northern Territory doorkruist en zijn in Southern Australia aangekomen. Van verlaten dorpen via kilometerslange wegen, Nieuwjaar in Coober Pedy of all places, de overweldigende natuur van Flinders Ranges naar Adelaide. Een heerlijke stad met strand om even bij te komen.

Alice Springs - Uluru campsite - 29 december 2010
Na een vroege start in Alice Springs reden we in ruim vijf uur richting Kings Canyon. Het gebied van de Kings Canyon was echt indrukwekkend. Het was even een pittige klim omhoog van zo'n 20 minuten en daarna was het redelijk vlak met af en toe een stuk omhoog of weer omlaag. De rotsen waren echt zo indrukwekkend dat we er geen genoeg van kregen. Junod (onze gids) had ons gewaarschuwd om veel te drinken omdat het echt heel erg warm is. De temperatuurmeter gaf aan 'High risk' maar we hadden vijf uur gereden om hier te komen dus dan wil je ook starten was Junod maar ook onze mening. Het was ook zeer zeker de moeite waard. Veel water drinken. Wij moesten op het einde zelfs nog een beetje rustig aan doen met het water omdat het net te weinig was. Het was ook echt heel erg heet. Je zweet je hier rot, het zweet drupt van je hoofd tot aan je tenen via je rug naar beneden. Pfoeh en het blijft maar druppen. Na even rusten bij een watertje waar we een duik konden nemen, moesten we een trap omhoog en het laatste stuk. Iedere plek had weer een ander uitzicht op de canyon en de omgeving. Wauw!
Helaas hebben we hier een pittige vertraging van twee uur opgelopen omdat er een oudere vrouw tegen de vlakte ging en echt bij moest komen en daarna werd ook een jongere jongen uit Londen niet goed en moest zelfs het water in geholpen worden om af te koelen. Zij moesten daarna ook nog naar de dokter om gecontroleerd te worden en toen konden we door naar onze campsite. Logisch dat dit serieus genomen wordt. We kwamen laat aan op de campsite waardoor we tegen twaalf uur pas in onze tentjes lagen. Een korte nacht want om kwart vóór vier ging onze wekker al weer. Cool...

Uluru (Ayers Rock) - Kata Tjuta (the Olgas) National Park, 30 december 2010
We moesten vroeg op voor de sunrise. Het was er behoorlijk druk, maar er was voldoende ruimte. Na de sunrise (mooi) begonnen we aan de route OM de Ayers Rock. Een ronde van zo'n 10 kilometer. We begonnen rond 7 uur aan de wandeling en waren rond 09.20 uur terug. Sommige delen van de rock zijn heilig verklaard door de Aboriginals en mogen niet gefotografeerd worden. Dat ze goed aangegeven zijn.... Ahum. Was dat nu het begin of juist het eindbordje van het gebied dat heilig verklaard wordt? Misschien hebben we wel gezondigd. Gelukkig dat we niet gesnapt zijn want dat had ons 5,000 AUD gekost. We hebben trouwens nog een dingo (een soort wilde Australische hond) zien lopen. Helaas niet vast kunnen leggen maar die liep daar ineens in het struikgewas. Verder niet veel dieren gezien, maar wel wat vogeltjes in de gaten van de rots. De zebravink is een mooi vogeltje met een rode/oranje snavel. Ze zijn heel bedrijvig en beweeglijk en vliegen van hot naar her. De wandeling was echt magic. Vooral de kleuren van de lucht en dan zo'n grote oranjegekleurde rots.... 1/3 is trouwens te zien boven de grond en 2/3 zit er nog onder. Hij ligt ook op z'n kant (vertikaal) kregen we 's middags te horen tijdens onze cultural training. We drinken hier trouwens liters water om je goed te blijven voelen. Je zweet continu en hebt echt de liters water hard nodig. Alleen 's ochtends dronken we samen al bijna 6 liter!
Na de wandeling rondom Ayers Rock zijn we naar de Kata Tjuta (the Olgas) gereden. De compositie van het steen is anders dan die van Ayers Rock. Die van Kata Tjuta is volgens onze gids te vergelijken met een fruitcake (stenen met een of ander goedje dat de boel bij elkaar houdt) en Ayers Rock is te vergelijken met een ijsblokje dat langzaam smelt (erosie). De Kata Tjuta (Aboriginal naam - The Olgas is de Westerse naam) lijken losse rotsen en van een afstand lijkt het wel op ongevallen kegels van het bowlen maar vanaf een andere hoek lijkt het weer een groot massief rotsen langs elkaar gestapeld. Echt zeer indrukwekkend. We hebben de Kata Tjuta dus van diverse hoeken kunnen bekijken. De verschillende contrasterende kleuren waren supermooi. Helder blauwe lucht en er kwamen wolkjes tevoorschijn. Van die mooie witte proppen watten die in de felblauwgekleurde lucht boven de oranjegekleurde rotsen hangen; 'It's a kind of magic' Daar liepen wij in de verzengende hitte (42 graden) te genieten van deze mooie aangezichten. Onbeschrijfelijk. Dit moet je echt zelf zien en voelen, zoals we al vaker hebben geschreven deze waanzinnige trip. We zijn nog naar een viewpoint gereden waar we zowel The Olgas als Ayers Rock konden zien liggen. Wederom een gave panorama.
Terug naar de campsite waar we een lekkere hamburger kregen. Dat hadden we wel verdiend na de wandelingen. De hitte is enigszins draaglijk omdat die droog is maar 40 plus is echt hot kunnen we zeggen. Iedereen had er wat last van. Gelukkig hadden we 'vrijaf' t/m 15.00 uur dus er was tijd om even af te koelen in het zwembadje dat op de campsite aanwezig was. Heerlijk je lijf even af laten koelen. Het leek wel of het water sisste, toen alle oververhitte lijven in het water gingen. Haha.
's Middags nog een bezoek gebracht aan het cultural centre. Leuk om iets meer te lezen over de Aboriginals. Daarna hebben we nog een wandeling gemaakt van een uurtje waarin onze gids het e.e.a. vertelde over de Aboriginals. Veel is heilig en geheim en daardoor bestaan er ook veel variaties op een verhaal.Behalve rotstekeningen is ook niks vastgelegd. Alles wordt mondeling van generatie op generatie overgedragen, al ruim 40.000 jaar. Na deze wandeling op naar de sunset. We kregen een bekertje champagne en wat zoutjes. Dit was een heerlijk moment.
De zonsondergang was erg snel en de andere kant (dus niet Ayers Rock zelf) kleurde super mooi op. De Nederlanders (er zit nog een stel uit NL in onze groep) stonden daar naar te kijken terwijl iedereen naar Ayers Rock keek die inmiddels haar prachtige oranje gloed had ingeruild voor een doffe donkere kleur.
Deze nacht hebben we een heerlijk en speciaal geslapen. We sliepen namelijk in een swag (een soort grote slaapzak met een matras erin) in de open lucht. Boven ons een heldere hemel met duizenden sterren. We hebben super geslapen. Wat een speciale plek en wederom een bijzondere herinnering).

Uluru - Coober Pedy, 31 december 2010

Na weer een korte nacht hebben we de laatste dag van 2010 de hele dag in de bus gezeten. Ruim 800 kilometer van Uluru naar Coober Pedy. Een mijnstadje dat bekend is (en alleen maar bestaat) vanwege het 'opal'gesteente in de grond. Een lange rit met de voor ons verwachte lange, lange rechte wegen, weinig begroeiing en droogte. Het is hier zo vlak. We zijn blij dat we niet zelf hoeven rijden want >800 kilometer zelf rijden en misschien 15 auto's tegen komen en een paar road trains kan je ook doen indutten.
We kwamen rond vijf uur aan in Coober Pedy. Coober Pedy ligt echt in een woestijn en het was zo'n 45 graden toen we er aankwamen. Normaal rond deze tijd is het er tusse de 50 - 55 graden. Wij vonden 45 graden al (te) heet dus fijn dat het weer niet zo goed was (hihi).
Bij aankomst kregen we een film te zien over hoe het in Coober Pedy begonnen is met de vondst van de opal in de grond. Daarna gingen we bekijken hoe de mensen er wonen. Ze wonen namelijk onder de grond. Slim om de mijnen die men gegraven heeft voor het vinden van de opal te gebruiken als huis en de temperatuur is er altijd gelijk, zo'n 25 graden. En dat voelt echt heerlijk aan. Na een city tour kregen we even een uurtje voor onszelf. We hebben geslapen in een bunkhole. Je raadt het al... ook onder de grond. In de inhammen stonden stapelbedden en daar hebben wij (heerlijk) geslapen. 's Avonds met z'n alle in de lokale pizzatent gegeten en daarna naar de bar: 'the place to be!!'. We hebben er lekker gedanst en een drankje gedronken. Het viel ons op dat hier de Aboriginals en de mensen uit de 'community' zoals ze dat zelf noemen heel goed samen kunnen leven. De Aboriginals waren al lichtelijk aangeschoten en dansten er op los op de dansvloer. Aboriginals kunnen niet zo veel alcohol verdragen en het schiet bij hun iets sneller naar hun hoofd. Iets voor twaalf was het aftellen en op dat moment stonden de meesten op de dansvloer. We zijn het jaar dus goed begonnen. Toen we terugliepen naar onze grot (we voelden ons een nachtje 'Fred & Wilma' van de Flinstones) gaf de thermometer 32 graden celcius aan om 00:35 uur. Dat is eigenlijk geen lekkere zwoele zomeravond meer maar meer een plakkerige hete.

Coober Pedy - 1 januari 2011
GELUKKIG NIEUWJAAR!
Onze dag begon alweer om 7 uur en begon met Noodling. Wat is dat? Noodles eten? Nee, in de berg met afval zelf naar opal zoeken. Niet helemaal ons ding, maar er zijn er een aantal in onze groep die wat kleine stukjes gesteente hebben gevonden. Grappig. Daarna zijn we doorgereden naar een opvang voor kangaroes die verstoten zijn, waarvan de moeder overleden is, mensen die een kangaroe als huisdier hielden en het toch maar niets vonden.... Echt goed werk wat deze twee mensen doen. Ze draaien met z'n tweetjes shifts om de dieren om de vier uur eten te kunnen geven. Echt goed werk. Vooral het zien van een heel klein kangaroetje was geweldig. Toen die uit de draagzak gehaald werd, was het oh en ah gehalte enorm hoog. We mochten ‘m ook eventjes vasthouden. Smelt, echt schattig.
We zijn het nieuwe jaar dus prima begonnen. Daarna een rit van 5-6 uur door naar Quorn met een zeer bijzondere stop bij een mega-groot salt lake (zoutmeer). De plek om een aantal grappige foto's te maken natuurlijk. Wie is er zo gek om te verzinnen om je tong op de grond op het zout te leggen? Natuurlijk de gids en wij zijn allemaal zo gek om dat te doen. Zie het resultaat in de fotoserie.... Het zout is trouwens tien keer zouter dan normaal keukenzout.
Quorn was onze volgende bestemming van deze trip. We verbleven er in The Mill. Een mooi karakteristiek gebouwtje met een fijne plek waar we buiten konden zitten. Het was fris de eerste avond dus voor de eerste keer werd de lange broek hier uit de tas getoverd.

Wilpena Pound, 2 januari / Flinders Ranges
We hoefden niet al te vroeg op deze dag; ook wel eens lekker om om 7 uur er pas uit te hoeven. We zijn naar Wilpena Pound gereden waar we een wandeling maakten naar een prachtig uitzichtpunt. Het was een mooie klim die door de mooie bossen van Wilpena Pound ging. Het was dus ook stukken in de schaduw lopen en dat was wel zo fijn. De wandeling was niet erg pittig en had twee uitzichtpunten. Het gebied lijkt op een krater maar dan helemaal begroeid met bomen. Veel vogeltjes dus.
Na de lunch vertrokken we naar een 360 graden uitzichtpunt. Wat gaaf was, was dat we onderweg emu's en kangeroes tegenkwamen. Hier konden we ook even de bus uit dus van dichterbij wat foto's schieten. Gaaf!

Quorn - Adelaide, 3 januari
Helaas de laatste dag brak al weer aan maar nog wel eentje met een leuk ochtendprogramma. We stopten eerst bij een plek waar de yellow footed rock wallaby misschien te zien zou zijn. Deze komt alleen in Flinders Ranges voor dus we hoopten dat we geluk hadden. Het is een mooi beestje met inderdaad geel gekleurde voeten en een mooie gestreepte staart. Zoals je hieruit kunt opmaken hebben we ‘m inderdaad gezien en dit kwam merendeel door Marloes uit Nederland die echt goede ogen heeft. Gaaf zeg dit beestje. We zijn als een stel muizen het pad afgelopen en hebben er een paar mogen spotten. Echt gaaf, wat een geluk.
Daarna stond dé wandeling van die dag op het programma. Een wandeling bij 'the Dutchman Stern'. Een wandeling die zigzaggend naar een heel mooi uitzichtpunt zou leiden en zo'n 3 uur zou duren (5 kilometer heen en ook via hetzelfde pad weer terug). We hadden geluk met het weer want het was nog niet zo heel erg warm. Dit begon pas toen we bijna terug waren. Toch loop je wel veel in de zon en verbrand je ook stiekem. Oppassen geblazen hier. Op het laagste punt sprongen er nog veel kangeroes op en neer. Dit blijft iedere keer weer mooi.
Bij het hoogste punt aangekomen werden we allemaal even stil. Wat een mooi uitzicht over Flinders Ranges. We konden Quorn, Spencer Gulf en Flinders Ranges goed zien. Adembenemend mooi. Toen we bovenkwamen werden de koeken, bananen, drinken en andere lekkernijen bij iedereen voor de dag getoverd. Het kost zo veel energie hier om in de warmte actief te zijn. Uiteindelijk is iedereen boven gekomen, inclusief de 'Golden Girls' (de drie Zwitserse dames op leeftijd waarvan de oudste 70 is!!!!) en dat was reden om nog een mooie groepsfoto te maken.
Op de terugweg hadden we super geluk want er zat een moederkangeroe met jong onder een struik naast het wandelpad en ze bleef zitten. Pascal en ik dachten dat wij de enige waren die dat geluk hadden gehad maar blijkbaar had die daar de hele tijd gezeten. Wauw. Flinders Ranges is een bijzondere plek, hier hadden we nog wel een week kunnen vertoeven. Gaaf.
Na de wandeling zijn we via The Mill (lunch) terug gereden richting Adelaide.

Adelaide, 4 en 5 januari 2011
In Adelaide zijn we een dagje langer gebleven dan gepland. Het is een heerlijke stad en doet ons aan Nijmegen denken. Gewoon even chillen is ook af en toe lekker en dat hebben we hier ook gedaan. Gisteren wat dingen geregeld en 's avonds gaan eten met de groep met wie we van Alice Springs naar Adelaide zijn gereden in een leuke bar 'Exeter'. Leuke plek om 's avonds te zijn. Vandaag hebben we door Adelaide gewandeld en aan het einde van de middag hebben we de tram naar het strand genomen. Heerlijk op 5 januari een paar uurtjes aan het strand vertoeven en een duik in de zee.

Morgen gaan we voor twee dagen naar Kangaroo Island. Daar hebben we zin in. De natuur in en hopelijk veel wildlife spotten.

Veel groetjes vanuit 'down under',
Pascal & Janneke
5 januari 2011